Kerk & religie

Schapen

5 September 2002 10:07Gewijzigd op 13 November 2020 23:47

Dit is een van de meest troostrijke verzen in het Oude Testament. Wij moeten echter vooraf zeggen dat God dit spreekt tot Zijn kinderen. Zij alleen zijn Zijn schapen. Natuurlijke mensen en schijnchristenen hebben hier part noch deel aan. Die moeten het zich ook niet toe-eigenen.In de voorgaande verzen toont de profeet aan dat er valse herders waren, die Gods volk niet hadden geweid. Zij hadden alleen zichzelf op het oog. Zij aten het vette en kleedden zich met de wol, maar de schapen weidden zij niet. Zij heersten met hardheid, zodat de ware schapen doolden op de bergen, ja, als schapen die geen herder hadden. Daarop komt de Heere in het volgende vers en zegt: Ik zal zulke herders oordelen en zal het van hun hand eisen. Dat doet de Heere door die enige Herder die Hij hun zou verwekken, Zijn „knecht David”, die zou hun Herder zijn.

Dan komt deze tekst, waarin de Heere Zijn schapen aanspreekt, Zijn kinderen. U zult vragen waarom Gods kinderen hier schapen worden genoemd. Wel, er is zo’n zoete overeenkomst tussen een schaap en een kind van God. Een schaap is een van de reine dieren die het volk mocht offeren. Zo is het ook met een kind van God, hij is gereinigd door het bloed van de Heere Jezus. Dat bloed reinigt van alle zonden, zodat Christus Zijn kinderen aanmerkt als volmaakt.

Henricus de Frein, predikant te Middelburg (Practicale leerreden, 1725)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer