Binnenland

„Vernieuwingen vragen vergelijkend onderzoek”

Oude tijden zijn niet altijd beter. Voor nieuwe tijden geldt hetzelfde. Drs. G. Bloemhof, al tientallen jaren op scholen werkzaam, maar ook vader van kinderen die de huidige vernieuwingen in het voortgezet onderwijs meemaken, spreekt geen voorkeur uit voor een van de systemen die hij de afgelopen halve eeuw meemaakte. „Ik wacht op een onderzoek dat nu eindelijk eens met een gedegen vergelijking komt.”

Door L. Vogelaar
18 October 2001 12:09Gewijzigd op 13 November 2020 23:14

Bloemhof zat op de middelbare school toen in 1968 de Mammoetwet voorbijkwam. „Fantastisch”, vond hij het. „We hadden heel veel vakken gehad, maar nu hoefden we er opeens maar zes meer te kiezen. En je had nog eens een keertje vrij.”

Een deel van de onderwijsvernieuwing viel hem echter toch wel rauw op het lijf. „Bij de talen hadden we veel grammatica gehad, veel vertaald. Nu moesten we ineens luistertoetsen gaan doen. Dat ging helemaal niet. Het nieuwe systeem sloot niet aan op het oude. Havo 4 was daardoor heel zwaar voor me. Toen ik er eenmaal doorheen was, was havo 5 een peulenschil.”

Talen
Achteraf ziet Bloemhof niet zo veel positiefs in de omschakeling van 1968. „In mijn ogen leerden we vóór die tijd veel meer. Als ik nu in Frankrijk op vakantie ben, kan ik me nog altijd redden met het Frans dat ik 35 jaar geleden leerde. Na 1968 kregen leerlingen hun diploma soms wel erg gemakkelijk. Dat sommigen niet meer dan één moderne vreemde taal in hun pakket opnamen, kon toch echt niet.”

Toen kwam de basisvorming. Meer vakken, dus minder uren per vak, dus vaak minder afsteken naar de diepte. Wat is beter, meer vakken niet zo diep of minder vakken met meer diepgang? Bloemhof maakt geen keuze. „De effecten van die keuzes zijn volgens mij nooit goed onderzocht. Men zou ook de idealen van het onderwijs helderder moeten formuleren. Het maken van keuzes is zo pragmatisch geworden. Een voordeel van het bredere vakkenpakket is wel dat bepaalde vakken niet meer zo snel in het vergeethoekje raken. Wie één taal kiest, kiest al gauw Engels. Een vak als Frans dreigde daardoor soms bijna te verdwijnen.”

Bloemhofs dochter van zeventien rondde onlangs de havo oude stijl af, die van dertien maakt in de basisvorming het onderwijs nieuwe stijl mee. „Vijftien vakken heeft ze, maar daar hoor ik haar nooit over klagen. Dat geldt ook voor de hoeveelheid huiswerk. Het accent is wel heel erg verschoven van dingen leren naar taken uitvoeren en presentaties voorbereiden. Dat is ook een modeverschijnsel.”

Zich waarmaken
Bloemhof werkte zelf op een lagere school, gaf vervolgens Nederlands en muziek op een middelbare school, keerde als hoofd (in Genemuiden) terug naar het lager onderwijs, gaf daarna les op het Hoornbeeckcollege en is sinds kort weer basisschooldirecteur, nu in Gouda.

In al die jaren zag hij al heel wat veranderingen langskomen. Deze week kwam de Onderwijsraad met een advies om de acht jaar geleden gestarte basisvorming in de onderbouw van het voortgezet onderwijs aan te passen. „Rust is er nooit. Onderwijsvernieuwers willen zich vaak waarmaken. Op een gegeven moment zou je toch moeten weten wat goed is voor kinderen. Maar nee, dan staat er weer iemand op die roept dat het anders moet.”

En hoepla, daar gaat alles weer op z’n kop. „Men zou eerst eens moeten aantonen dat zo’n vernieuwing effectief is. Maar het idee wordt gedropt en vervolgens wordt alles voor de zoveelste keer overhoop gehaald. Was het vroeger nu zo slecht? Wat is de winst geweest van al die vernieuwingsoperaties? Dat zou eens goed moeten worden onderzocht.”

serievermeldingDit is het tweede deel in een korte serie over de basisvorming in het voortgezet onderwijs.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer