Binnenland

„Uitnodigen van COC zit op de grens”

APELDOORN - SGP-jongeren debatteren vrijdagavond in Apeldoorn voor het eerst met de homobeweging COC. Met het oog op de fanatieke lobby tegen gewetensbezwaarde trouwambtenaren van deze organisatie zoekt de SGP-jeugd de dialoog. Niet iedereen binnen de staatkundig gereformeerde achterban kan deze activiteit waarderen. „Laten de jongeren eerst de eigen beginselen bestuderen.”

Ewout van der Staaij
14 June 2007 11:35Gewijzigd op 14 November 2020 04:51Leestijd 5 minuten
KLOOSTERMAN ...boodschap voor anderen... Foto Roel Dijkstra
KLOOSTERMAN ...boodschap voor anderen... Foto Roel Dijkstra

Voorzitter Jan Kloosterman van de SGP-jongeren staat nog steeds voluit achter het besluit om COC-voorzitter Frank van Dalen voor een debatavond uit te nodigen. Kloosterman erkent dat het uitnodigen van deze organisatie intern de nodige vragen heeft opgeroepen. „De doelstellingen van deze club zijn klip en klaar. Dat prikkelt onze mensen tot een reactie op de vraag of je zo’n organisatie moet vragen deel te nemen aan een debat. We krijgen dan ook meer reacties op het organiseren van deze avond dan gemiddeld.”De voorzitter van de SGP-jongeren geeft aan dat hij de komst van Van Dalen zelf ook als een spanningsveld ervaart. „Met deze uitnodiging zitten we op een grens, omdat het COC heel ver van ons af staat. Maar ons beleid is helder. We nodigen in principe alle politieke partijen of belangenorganisaties uit, mits het zeker is dat we een debat binnen de grenzen van fatsoen en respect kunnen voeren. Ook mag er niet worden gespot.”

Kloosterman gebruikt graag een beeld om het beleid te verduidelijken. „We kunnen als SGP-jongeren in een kring elkaar aankijken, de hand vasthouden en met de rug naar buiten gaan staan. We kunnen ook elkaars hand vasthouden, terwijl we ons met het gezicht naar buiten wenden. Wij kiezen voor het laatste. We hebben elkaar hard nodig en kunnen dan juist vanuit de gezamenlijkheid met een open mind naar buiten treden.”

Je kunt met gelijkgezinden discussiëren, maar dat is geen debat, stelt Kloosterman. „Het kenmerkende van een debat is juist dat je die voert met tegenstanders. Wij hebben een goede boodschap, die voor anderen de moeite waard is dat ze die horen. Bovendien is het goed de ander in liefde het goede en heilzame van Gods geboden mee te geven. We vinden het onze verantwoordelijkheid om juist met opponenten een debat te voeren. Daarnaast is het goed dat zowel onze eigen leden als die van het COC weten hoe wij in de discussie over trouwambtenaren staan.”

Alleen waarschuwen
Lijnrecht tegenover de opvatting van Kloosterman staat drs. P. H. op ’t Hof, voorzitter van de Landelijke Stichting tot Bevordering van de Staatkundig Gereformeerde Beginselen, die het periodiek ”In het Spoor” uitgeeft. „Mensen die hardnekkig in de zonde blijven leven, mogen we volgens de Bijbel niet in huis toelaten. Volgens mij is het COC een club die de zonde openlijk uitleeft. Daarom sta ik er zeer afwijzend tegenover om als SGP-jongerenorganisatie deze club zelf uit te nodigen en vervolgens op basis van vrijwilligheid en gelijkwaardigheid met elkaar te discussiëren. Het enige wat past is hen te vermanen en te waarschuwen. En dat kan in een besloten vergadering of ook per brief.”

Bijzondere situaties daargelaten, vindt Op ’t Hof het een betere weg om zo veel als mogelijk is het contact met organisaties als het COC te vermijden. Als het aan de voorzitter van de stichting ligt, nodigen de SGP-jongeren niet langer andersdenkenden uit voor debatavonden. „Laten ze zich eerst eens verdiepen in de eigen beginselen en de geschiedenis. Ik vraag me regelmatig af waar de kennis is gebleven. Daarom roep ik de SGP-jongeren ertoe op eerst zelf een fundament te bouwen, voordat ze hun oor te luisteren leggen bij liberalen of progressieven.”

Weinig nut
Zo ver als Op ’t Hof wil algemeen partijvoorzitter W. Kolijn van de SGP niet gaan. „Mijn insteek is dat we het gesprek met andersdenkenden nooit uit de weg moeten gaan. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik er niet veel van verwacht om het zelf speciaal te organiseren. Daarnaast is het niet verkeerd om op zeker moment jezelf af te vragen of een gesprek nog enig nut heeft naarmate uitgangspunten verder uit elkaar liggen. Volgens mij is er dan geen vruchtbare voedingsbodem voor een goed debat, wil het niet verzanden in een gesprek tussen twee doven.”

Voor de homoseksuele praxis heeft de SGP geen enkel begrip, benadrukt Kolijn. „Daar zit de clou. Dit is voor ons een onopgeefbaar Bijbels standpunt. Ik hoop en verwacht dat dit geluid morgenavond ook zal klinken. Met minder kan het niet. Maar daar zit ook direct de aanstoot voor velen, als wij onverbloemd en in alle liefde neerleggen dat we de zondaar niet afwijzen, maar de zonde wel. Meestal slaat dan de vlam in de pan.”

Kolijn hoopt dat het debat waardig zal verlopen. „In liefde en bewogenheid zal het zondige van de homoseksuele praxis moeten worden aangewezen. Met daarbij de boodschap dat we allemaal zondaar zijn, die bekering nodig hebben. Dan kan er nog wat van zo’n avond uitgaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer