Minder bestuurders in Eerste Kamer
DEN HAAG - In de nieuwe Eerste Kamer, die dinsdag is aangetreden, zitten beduidend minder mensen met een bestuurlijke achtergrond en meer mensen uit wetenschap en onderwijs dan in de oude Kamer.
Was in 2003 nog 24 procent van de senatoren burgemeester, statenlid, gemeenteraadslid of wethouder, momenteel is dat nog maar 8 procent, zo becijferde NRC Handelsblad. Het percentage afkomstig uit wetenschap en onderwijs steeg daarentegen van 16 naar 24 procent.Het aandeel afkomstig uit rechterlijke macht en advocatuur bleef gelijk (16 procent). Hetzelfde geldt voor het percentage senatoren dat werkzaam is in het bedrijfsleven (16 procent).
In de nieuwe Eerste Kamer zitten iets meer vrouwen (26) dan in de vorige (22). Van de 75 senatoren die dinsdag de eed of de belofte aflegden, zijn er 37 nieuw. De overige 38 zaten ook de vorige regeerperiode al in de Senaat.
Maar liefst vijf kandidaten werden met voorkeurstemmen in de Senaat gekozen. Hun verkiezing leidde bij de partijbesturen van CDA, PvdA en SP tot ongenoegen, omdat de Statenleden, die de senatoren kiezen, waren afgeweken van de kandidatenlijst.
In de nieuwe Eerste Kamer is het CDA, met 21 zetels, de grootste. De coalitie heeft in totaal 39 zetels (PvdA 14, ChristenUnie 4).
De Eerste Kamerleden stelden na de installatie de profielschets vast voor een nieuw te kiezen voorzitter. Tot 15 juni kunnen leden zich kandidaat stellen. Volgende week mogen de kandidaten zich presenteren en wordt er gestemd.
Naar verwachting stelt huidig voorzitter mevrouw Timmerman-Buck (CDA) zich opnieuw kandidaat. Waarschijnlijk kan zij rekenen op de steun van een Kamermeerderheid.