Kerk & religie

Matthéüs 25:1

O, hoe groot is de stille gerustheid waarin zo dikwijls rechtschapen christenen vervallen.

12 June 2007 09:52Gewijzigd op 14 November 2020 04:50

Gaat het hun in de wereld wel, hoe snel worden zij traag en ijverloos in het gebed. Hoe licht vergeten zij hun einde, daar het toch zo nabij is. God rukt immers de een na de ander weg. Hoe weinig wachten zij zich voor de zonden waar zij zo dikwijls over bedroefd waren.Welke duistere nacht bedekt de aarde van het christendom. Men mag wel uitroepen met de wachter: „Wachter wat is er van de nacht?” De liefde verkoelt in de harten van veel mensen en de ongerechtigheid neemt de overhand. O, hoe weinig en hoe donker brandt het licht van het allerheiligste geloof op plaatsen waar het voorheen brandde als een fakkel.

Wat een nacht van onwetendheid, wat een nacht van traagheid breekt hier en daar niet door! Waar is de oude ijver, de oude liefde, de oude trouw en oprechtheid? Waar blijft de oude Godsvrucht? De regeerders slapen wanneer zij de uitbrekende zonden niet bestraffen. Gods knechten slapen wanneer zij de inbrekende zonden en gruwelen niet bestraffen. De toehoorders slapen wanneer zij de stem van Gods Woord niet gehoorzamen. Zij volgen de raad van die weinige trouwe wachters niet op. O, duistere nacht. O, gevaarlijke slaap.
Koenraad Mell,

predikant te Hersfelt

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer