„Missionair traject beter dan losse acties”
UTRECHT - Een missionair traject volgen is beter dan het voeren van losse acties om buitenstaanders te bereiken, vindt ds. A. Markus. Zaterdag had in de Jacobikerk in Utrecht de presentatie plaats van het boek ”Missionair is mogelijk”.
De uitgave is volgens uitgever A. van Trigt het eerste praktische boek over missionair gemeente-zijn na de verschijning van een groot aantal bezinnende boeken in de afgelopen jaren. In verband met de presentatie van het boek organiseerde zendingsorganisatie IZB zaterdag, in samenwerking met de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en uitgeverij Boekencentrum, een studiedag.In ”Missionair is mogelijk” valt de nadruk op een missionair traject: op elkaar aansluitende missionaire activiteiten. Ds. Markus, missionair predikant in de protestantse wijkgemeente Jacobikerk in Utrecht en een van de schrijvers van het boek, vindt losse acties, hoe goed bedoeld ook, niet voldoende. Hij verdeelt het traject in vijf stappen: eerste contact, nader contact, breder contact, integratie en ten slotte discipel-zijn.
De predikant wil het traject overigens geen stappenplan noemen, maar een manier van gemeenteopbouw. Hij stelt dat discipelschap niet maakbaar is. Willen buitenstaanders naar de kerk komen, dan is niet straatevangelisatie of het vertonen van spotjes het belangrijkste, maar het persoonlijke contact, aldus ds. Markus. Hij ziet niet veel in het versturen van 5000 uitnodigingen in een wijk, waarop vervolgens maar een enkeling afkomt. Een persoonlijke uitnodiging aan een bekende werkt volgens hem beter.
tussenkop (u16(Cursussen
De missionair predikant denkt dat de kerk buitenstaanders die meer willen weten van het christelijk geloof, niet in de steek mag laten. Bovendien duurt het gemiddeld lang -een jaar of vijf- voordat mensen van buiten daadwerkelijk gaan geloven. Gedurende nader contact kan de buitenstaander een introductiecursus volgen, zoals de Alphacursus. Het contact verdiept zich door verdere cursussen en meer ontmoetingen tijdens het breder contact.
De integratie is een heel moeilijk onderdeel, aldus ds. Markus. „Mensen van buiten integreren niet vanzelf. Daar moet de hele gemeente aan werken. Misschien kan er een speciaal doop- of belijdenistraject worden gepland.”
Het boek is geschreven door ds. Markus en twee andere missionair werkers. J. de Groot was als missionair werker verbonden aan Perron 61, het missionaire project van de hervormde Ichthuskerk-Oost te Zoetermeer. Op dit moment is hij werkzaam in Kenia. De derde auteur, drs. N. de Jong, is als missionair werker verbonden aan de St.-Janskerk in Gouda. Hij heeft daar veel ervaring opgedaan met het missionair traject.
De Jong vertelde dat de St.-Janskerk een breed aanbod heeft om mensen met kerk en geloof in aanraking te brengen. Er zijn rondleidingen door de kerk, symposia over kunst, gespreksgroepen voor moeders, budgettaire cursussen voor mensen die niet goed met geld kunnen omgaan, huwelijkscursussen en een literaire kring.
De laatste jaren hebben tientallen buitenstaanders de stap naar de Goudse gemeente gemaakt, zei hij. Hij voegde eraan toe dat het werk kleinschalig blijft. Met Pinksteren dit jaar hebben drie mannen van middelbare leeftijd belijdenis gedaan. Op de vraag van een aanwezige of de ambitie van de kerk niet te klein is en men moet mikken op duizend(en) mensen, zei hij: „Zes of zeven mensen vind ik al fantastisch. Ook als er duizend komen, komen ze één voor één.”
Ook ds. Markus mikt niet op grote aantallen. Hij is tevreden als vijf of zes „echte heidenen” belangstelling krijgen voor het christelijk geloof. „De ambitie zit niet in de aantallen, maar in de inhoud.”
tussenkop (u16(Bloei
Ds. T. J. Korten, predikant van de hervormde gemeente in Asperen, vertelde dat in zijn gemeente veel aandacht is voor missionair werk. Het is mooi als de kerk elke zondag vol zit, maar dat doet aan de noodzaak om missionair gemeente te zijn niets af. De kerkenraad heeft prioriteit gelegd bij het bezoeken van rand- en buitenkerkelijken en een missionair gemeenteopbouwwerker in dienst genomen. „Het is het verlangen dat een gemeente in bloei naar buiten gaat.”
Missionair predikant J. Slager, die werkt in Rotterdam, wees er tijdens de discussie op dat het belangrijk is dat de kerk niet alleen oog heeft voor het intellectuele, maar ook voor andere aspecten. Ds. Markus gaf aan dat de cursussen „existentieel” moeten zijn, met een accent op de ontmoeting.