Rechtbank straft bommenmakers
De rechtbank in Rotterdam heeft woensdag twee mannen veroordeeld tot achttien en dertig maanden celstraf wegens het in het bezit hebben van bommen.
Zij werden vorig jaar in Rotterdam opgepakt, nadat de politie in de havenstad was gestuit op een auto vol met explosieven. Bij het onschadelijk maken van de bommen, raakte een medewerker van het explosieven opruimingscommando (EOC) zeer ernstig gewond.
De politie controleerde op 28 augustus vorig jaar tijdens een routinecontrole een auto waarin explosieven bleken te liggen. De bestuurder, de 30-jarige R.O., ging er vervolgens vandoor. Tijdens een achtervolging botste hij met zijn auto tegen een lichtmast. De man kon later worden gearresteerd.
Volgens het openbaar ministerie (OM) had de tweede verdachte, de 34-jarige K.S. uit Turkije, de bommen gefabriceerd in zijn woning aan de Paradijslaan. De politie trof daar behalve zware wapens en speciale munitie om bepantsering te kunnen doorboren ook een volledige werkplaats voor het maken van bommen aan. De aanklager eiste twee weken geleden zeven jaar cel tegen S. en acht jaar gevangenisstraf tegen O. wegens onder meer poging tot doodslag of moord. Dat achtte de rechtbank echter niet bewezen en hij veroordeelde S. uiteindelijk tot 2,5 jaar en O. tot anderhalf jaar celstraf.