Dat zei Kamervoorzitter Verbeet vrijdag tegen SGP-jongerenvoorzitter Jan Kloosterman en de voorzitter van de sectie politiek van deze organisatie, Maaike Verhoeks. Ze waren door haar uitgenodigd om door te praten over hun brief, waarin ze verruwing van het taalgebruik in de politiek aan de orde stelden.Verbeet waardeert de actie van de politieke jongerenorganisatie „zeer.” De nieuwste generatie politici wil graag herkenbaar zijn voor burgers door in dagelijkse taal te spreken, constateerde de Kamervoorzitter. „Dat hoeft echter niet uit te monden in het gebruik van straattaal. De zorg daarvoor deel ik met de SGP-jongeren.”

Ze heeft overigens niet het idee dat ruw taalgebruik steeds vaker klinkt in de Kamer. Ook is ze ervan overtuigd dat politici, als ze grove woorden gebruiken, er niet op uit zijn om anderen persoonlijk te kwetsen door hun woordkeuze.

Verbeet ziet niet veel in een taalcode voor parlementariërs, zoals de SGP-jongeren haar voorstelden. „Dat zou wel een blikvanger zijn, maar het zou effectiever zijn als de SGP-jongeren contact opnemen met de fractievoorzitters om hen te wijzen op het gebruik van goede en gepaste taal.” Kloosterman en Verhoeks zijn blij met die suggestie. „We gaan dat zeker doen.”

De Kamervoorzitter beloofde in het presidium van de Kamer verslag te doen van haar ontmoeting met de SGP-jongeren.

De bepaling dat grove taal uit de notulen van de Kamervergaderingen kan worden geschrapt, komt niet terug, als het aan Verbeet ligt. „De debatten zijn dan al uitgezonden en het is een beetje hypocriet om dan woorden te schrappen. Bovendien staat mijn reactie op het misplaatste taalgebruik er direct achter in de handelingen.”