Binnenland

„Een pondje worst is uitzondering”

ROTTERDAM - De eerste Nederlandse voedselbank bestaat vijf jaar. In de loods waar vrijwilligers iedere week een dikke duizend voedselpakketten klaarmaken, is het morgen feest. Oprichter Sjaak Sies wordt in het zonnetje gezet. Maar is dit jubileum nu echt iets om vrolijk van te worden? Vrijwilliger Wim Aarts (60): „We mogen onszelf best eens op de borst kloppen.”

Ewout van der Staaij
7 June 2007 11:09Gewijzigd op 14 November 2020 04:49
ROTTERDAM – In een loods in het Rotterdamse havengebied vullen zo’n dertig vrijwilligers van de voedselbank iedere donderdag honderden voedselpakketten voor mensen in een benarde financiële positie. Vrijwilliger Wim Aarts: „Ze hebben in ieder geval weer v
ROTTERDAM – In een loods in het Rotterdamse havengebied vullen zo’n dertig vrijwilligers van de voedselbank iedere donderdag honderden voedselpakketten voor mensen in een benarde financiële positie. Vrijwilliger Wim Aarts: „Ze hebben in ieder geval weer v

Tientallen kratten staan op een lange lopende band van zo’n 30 meter. Met een vast ritme vullen vrijwilligers voorzichtig de voedselpakketten. De een staat bij een pallet met brood, de ander bij eentje met verse groenten. Aarts is iedere donderdag present in de loods in het Rotterdamse havengebied. Rond halfnegen vertrekt hij uit Delft, om zich even later te melden aan de lopende band. „De pakketten worden vrijdags bezorgd. Daarom is er bij het vullen ervan, op donderdag, de meeste behoefte aan ondersteuning.”Sinds Aarts een artikel over de oprichting van de voedselbank in het vakblad van levensmiddelentechnologen las, is hij gegrepen door het initiatief van Sies. Als vrijwilliger van het eerste uur maakte hij de enorme groei van het werk van dichtbij mee. „Eerst vulden we in een kas in Bergschenhoek zo’n 350 kratten per week. Dat was een redelijk arbeidsintensieve bezigheid, omdat we langs de kratten moesten om er spulletjes in te stoppen.

Sinds de verhuizing naar de loods in Rotterdam werken we met een lopende band. De mensen die meehelpen zijn daardoor veel meer op elkaar aangewezen. We moeten immers allemaal in hetzelfde tempo werken. Daarnaast is het aantal voedselpakketten dat we klaarmaken gestegen tot zo’n 1500.”

Niet iedereen kon goed omgaan met deze verandering, weet de inwoner uit Delft zich te herinneren. „Sommige vrijwilligers zijn gestopt. Zelf moest ik ook even wennen. In de kas kon iemand bijvoorbeeld even een kopje koffie gaan drinken als hij daar zin in had. Nu hebben we vaste pauzes. Dat is een belangrijk verschil.”

Kwetsbare groep
Vormen de mensen die een voedselpakket krijgen een kwetsbare groep, dat geldt ook voor een deel van de vrijwilligers die zo’n pakket vullen. Aarts: „Er zitten bijvoorbeeld mensen onder die via de reclassering bij ons aan de slag gaan of uit een voorziening voor beschermd wonen komen. Wat dat betreft vormt onze vrijwilligersgroep een dwarsdoorsnede van de Nederlandse samenleving.”

Een man of dertig is iedere donderdag rond de lopende band actief. Aarts zorgt ervoor dat het oud papier in de persmachine komt en dat er steeds voldoende producten bij de band staan. „Meestal zijn we ’s middags tussen één en twee uur klaar.”

Wat er allemaal in zo’n voedselpakket zit? Het kost de 60-jarige weinig moeite een aantal steeds terugkerende producten op te sommen: „Brood en verse groenten zijn vaste prik, maar ook soep, koffie en vruchtendrankjes. Laatst hadden we een pondje vacuüm verpakte worst. Maar dat is een uitzondering. Ik denk dat als je zo’n pakket in de winkel kon kopen het zeker rond de 20 euro zou kosten.”

Het zijn met name de grotere bedrijven als Albert Heijn en levensmiddelenconcerns als Unilever die vaste afspraken hebben met de voedselbank voor het leveren van producten, weet Aarts. „Soms zijn er acties met een bepaald product. Dan krijgt die een speciale verpakking. Als de actieperiode voorbij is en er zijn nog dozen over, dan krijgen wij die.”

Of het zin heeft dat mensen die in een benarde financiële positie zitten, wekelijks een pakket krijgen? „Ze hebben in ieder geval weer voor een week eten, maar uiteindelijk is er professionele hulp nodig om ze vooruit te helpen. Ik weet dat er een voedselbank is die voor mensen eten gaat koken en hun haren knipt. In Rotterdam doen we dat niet.”

Aarts zit niet op een feest te wachten ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan. Maar hij heeft er ook niet veel moeite mee. „Ik weet dat sommige vrijwilligers van andere voedselbanken dat wel hebben, omdat onze instellingen er eigenlijk niet zouden moeten zijn. Toch mogen we onszelf best eens op de borst kloppen. Sociaal gezien hebben onze vrijwilligers het niet altijd even gemakkelijk. Maar als ik iemand uit Arnhem hoor zeggen dat hij vroeger directeur is geweest van zes fabrieken, dan komt hij van een andere planeet dan de vrijwilligers uit Rotterdam.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer