Buitenland

Op de VN-top dankzij wonderbanaan

Genetisch gemanipuleerde gewassen zijn sterk omstreden - vooral in Afrika. Zimbabwe en Zambia weigeren genetisch gemodificeerde maïs toe te laten, hoewel hun bevolking met ernstige hongersnood wordt bedreigd. Voor de Keniaanse bananenteler Esther Wangui Gachugu betekende de gentechnologie echter de weg naar ongekende welvaart. Die stelde haar zelfs in staat de wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg bij te wonen.

Mr. Richard Donk
4 September 2002 09:14Gewijzigd op 13 November 2020 23:47

Esther herinnert zich haar eerste oogst genetisch gemanipuleerde bananen nog als de dag van dinsdag. Vier jaar geleden verkocht ze op één dag voor meer dan 250 euro bananen. „Dat was een bedrag waar ik vóór die tijd alleen maar van kon dromen”, aldus de Keniaanse vrouw.

In oktober 1997 kreeg Esther een hoeveelheid genetisch gemodificeerde bananenplanten op proef van het Keniaanse Landbouwkundig Onderzoeksinstituut (KARI). Terwijl traditionele bananenplanten twee tot drie jaar nodig hebben om vrucht te dragen, kon ze van deze bomen al na negen maanden de eerste bananen oogsten.

„Mijn eerste oogst viel samen met de beruchte El Niño-regens en de Panama-ziekte, die hele bananenplantages verwoestten. Desondanks had ik een uitzonderlijk goede oogst en verkocht ik al mijn bananen”, vertelt Wangui Gachugu, terwijl ze een tros van haar ’wonderbananen’ laat zien.

Vanaf die dag wilde ik niet anders, lacht Esther. Ze heeft haar plantage flink uitgebreid en heeft een deel van haar winst in een kippenfarm geïnvesteerd. De kippenmest gebruikt ze om haar bananenplanten van extra voedsel te voorzien; de eieren zorgen voor extra omzet.

De succesvolle Keniaanse ondernemer besloot haar succes met anderen te delen en richtte de Mukangu-vrouwengroep op, waarin ruim 130 vrouwen zijn verenigd. Alle leden van de groep maken inmiddels gebruik van de nieuwe technologie. Het enige probleem was dat er te veel bananen op de lokale markt dreigden te komen. „De vrouwen zijn echter heel creatief en gebruiken het overschot om er chips en bananenwijn van te maken. Ook die verkoop loopt heel goed”, vertelt Esther trots.

Wetenschappers zijn het nog steeds niet eens over de lange-termijneffecten van genetisch gemodificeerd voedsel op de gezondheid. Onderzoek heeft uitgewezen dat bijvoorbeeld genetisch gemanipuleerde maïs de werking van bepaalde soorten antibiotica tegengaat. Als de gemanipuleerde maïs wordt gemengd met gewone maïs, tast zij bovendien ook de traditionele korrels aan. Dat is de reden waarom momenteel duizenden tonnen voedselhulp in de haven van Durban liggen weg te rotten, omdat landen als Zimbabwe en Zambia resoluut weigeren genetisch gemanipuleerd voedsel toe te laten. Volgens Esther heef zij nog nooit iets van schadelijke bijwerkingen gemerkt. En de voordelen boven traditionele bananen zijn te groot om zich daar druk over te maken. „Behalve het feit dat ze zo snel groeien en beter tegen de weersomstandigheden bestand zijn, zijn mijn bananen ook langer houdbaar en hebben ze een prachtige kleur.”

Toch pleit Wangui Gachugu ervoor de traditionele bananenteelt niet af te schaffen. „Veel Kenianen hechten aan die vertrouwde vorm en kleur. Op het platteland vormen ze zelfs vaak onderdeel van de bruidsschat. Zowel de traditionele als de gecultiveerde banaan heeft zijn eigen functie.”

Om het onderzoek naar gentechnologie en de kennisoverdracht op Keniaanse boeren te financieren, worden de ’wonderbananen’ voorlopig nog met een kleine overheidssubsidie aan de man gebracht. Maar dat zal spoedig veranderen, verklaart Esther. „We zijn nu bezig met een project waarbij vrouwen -omdat zij nu eenmaal het landbouwwerk in Kenia doen- een lening van het Landbouwkundig Instituut kunnen krijgen om op de nieuwe methode over te gaan. Van dat geld kunnen zij een cursus betalen en nieuwe planten aanschaffen. Op die manier betaalt de investering zichzelf terug en bevorderen we tegelijkertijd het opzetten van kleinschalige particuliere ondernemingen.”

Hoewel haar dorpsgenoten aanvankelijk zeer argwanend tegenover het nieuwe gewas stonden, heeft Esther Wangui Gachugu tot op de dag van vandaag geen spijt dat ze haar traditionele bananenplanten in de steek heeft gelaten. „Al was het alleen maar omdat ik nu een ticket naar Johannesburg kon kopen om de wereldtop bij te wonen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer