Opinie

Geef Daantje een hand

Zorgenkinderen en probleemleerlingen: als het goed is, is de zorg over deze kinderen ook de zorg van de samenleving, stelt Wim van Kempen.

1 June 2007 10:45Gewijzigd op 14 November 2020 04:48
„De ervaringen van ”samen naar school” kunnen ons veel leren over de kansen én belemmeringen voor ‘speciale’ kinderen op een gewone school. En... er zijn meesters en juffen die iets hebben met deze bijzondere kinderen.” Foto RD, Anton Dommerholt
„De ervaringen van ”samen naar school” kunnen ons veel leren over de kansen én belemmeringen voor ‘speciale’ kinderen op een gewone school. En... er zijn meesters en juffen die iets hebben met deze bijzondere kinderen.” Foto RD, Anton Dommerholt

Daantje. Een aardige jongen. Thuis doet hij altijd goed mee, staat klaar om zijn moeder te helpen bij kleine klusjes. Op straat speelt hij het spel mee met de andere kinderen. In de kerk zit hij naast z’n vader. Je ziet gewoon hoe hij zijn best doet om te luisteren naar de preek. Dat houdt hij een enkele keer wel een kwartier vol. Daarna verslapt z’n aandacht een beetje. Dat kun je begrijpen: zulke moeilijke woorden en zinnen. Ook andere kinderen luisteren lang niet altijd even goed. Voor Daantje is het wel een probleem: hij wil graag begrijpen wat mensen tegen hem zeggen. Hij vindt dat wel heel moeilijk, want hij begrijpt veel minder dan andere kinderen.Daantje kan moeilijk leren. Als je hem zo ziet, zou je dat niet zeggen: hij is een opgewekte en praatgrage jongen. Binnen zijn eigen grenzen, z’n eigen wereld. Een kleine wereld, dat wel. Daan mist een paar belangrijke dingen die andere kinderen wel hebben. Hij kan zich zo moeilijk concentreren. Zijn moeder zegt: hij ziet elke vlieg voorbijkomen. En terwijl hij heel aandachtig elke beweging van het beestje volgt, vergeet hij zijn taak. Vluchtig en springerig - dat spoort niet met leren. Hij kan, jammer genoeg, ook niet veel onthouden. „Jij vergeet ook alles”, zeggen zijn broers tegen hem. Hij haalt z’n schouders op; hij kan er ook niets aan doen. Puzzels maken lukt niet best. Dan moet je figuren herkennen, en dat is best lastig voor hem. Daantje. Nee geen probleemjongen, wel een probleemleerling.

Twee vragen van z’n ouders. Wat moet je met zo’n kind? vragen mensen wel eens. Niet hardop, maar je ziet het hen denken. Ze hebben wel een beetje gelijk, vinden zijn ouders. Denk eens even met hen mee. Dan loop je zelf tegen die twee problemen aan. Waar zou Daan naar school kunnen gaan? Dat is de eerste vraag. De gewone school zou natuurlijk heel mooi zijn. Dat willen ze eigenlijk wel heel graag. Maar zou hij dat aan kunnen? En: is er een school die zo’n jongen wil hebben? Scholen hebben graag goede leerlingen… en dat zal Daantje nooit worden.

Die andere vraag ligt nog wat verder weg. Toch denken ze er soms aan. Wat zal er later van hem worden? Zal hij een vak kunnen leren? Wie kan hun vraag beantwoorden?

Voorlichtingsavond
Daantje wil naar school. Net als alle andere kinderen. Z’n ouders zijn -met Daan- naar een voorlichtingsavond geweest. Op de school waar hun andere kinderen zitten. ’t Was niet meegevallen. Tot hun verrassing waren ze door de directeur én een bestuurslid ontvangen. De laatste had hen enthousiast begroet. Welkom op onze school. Toen hij Daan, verlegen, met een vinger in zijn mond, zag staan, keek hij langs hem heen. Jullie kinderen doen het goed op school, had de directeur gezegd.

Zou Daan hier ook kunnen komen? vroeg vader. De directeur aarzelde. Dat is een lastige vraag, zei hij. Wij zijn nogal sterk op leren gericht, het accent ligt op de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen. Zou dat niet te hoog gegrepen zijn voor jullie zoon? En, wat ik ook nog moet zeggen, is dat we veel kinderen in de groep hebben. Een jongen als jullie zoon vraagt veel extra aandacht. Daar is eigenlijk geen tijd voor. Alle kinderen behoeven die aandacht van de juf. In deze tijd van personeelstekort is het heel moeilijk om aan goed opgeleide mensen te komen. Daarom zijn wij wat terughoudend. Voor ons is het de vraag of uw zoon hier zou passen.

Hij stopte. Het bestuurslid knikte instemmend. Ietwat bedremmeld keken de ouders naar elkaar. Als het nu zo moeilijk voor de school was, waren ze hier dan op het juiste adres? Ze moesten er nog maar eens goed over denken, zei de directeur. Ze kregen geen inschrijfformulier mee. Als hij nou een rugzakje had, kon de school het nog eens overwegen, had de directeur bij het afscheid gezegd. Daan had geen hand van hem gehad.

Een stukje extra
Zorgenkinderen en probleemleerlingen. Er zijn nogal wat ouders die hen van nabij kennen. Het zijn immers hun kinderen. Als het goed is, is het niet alleen hun probleem. Ze zijn immers leden van de samenleving, beter nog, leden van de kerkelijke gemeente. En in die verbanden dragen allen de moeiten van de individuele leden. Daardoor worden de problemen niet vanzelf opgelost, wel in last verminderd.

De vraag is evenwel deze: Zijn we bereid om een stukje extra te geven aan hen die dat zo nodig hebben? Vormen wij een samenleving waarin plaats is voor (zeer) moeilijk lerende kinderen? Er is toch voldoende speciaal onderwijs, zegt iemand. Gelukkig wel. Daar mogen we dagelijks dankbaar voor zijn. Voor de vele vormen -verdeeld over vier clusters- van speciaal onderwijs. En niet het minst voor de reformatorische scholen voor al deze kinderen.

Dat laat onverlet dat het speciaal onderwijs niet altijd de goede oplossing is. Soms is de afstand een probleem, soms de aard van het onderwijs. Het past lang niet altijd. Ouders zoeken een school die bij hun kind past. En een samenleving die zichzelf respecteert, neemt een deel van de last (van die zoektocht) van ouders over.

Een centraal uitgangspunt daarbij is de erkenning van het recht op keuzevrijheid. Dat betekent niet dat alles kan. Dat betekent wel dat er over de schoolkeuze van Daantje een gesprek plaats kan vinden. Dat te ondersteunen, te bevorderen is ons aller verantwoordelijkheid. Geef Daantje een hand!

Bijzondere kinderen
Denkend aan oplossingen zie ik onder andere de volgende benaderingen: Het idee van ”passend onderwijs” biedt nieuwe, wettelijke mogelijkheden om de vraag van Daan te beantwoorden. Ervaringen in andere landen, waar veel minder kinderen met beperkingen naar het speciaal onderwijs gaan, kunnen ons goede ideeën geven. Diverse vormen van integratie van gehandicapte kinderen in de school of in de klas laten ongedachte perspectieven oplichten. Gerichte aandacht voor zorgenkinderen op ’gewone’ scholen kan tot nieuwe initiatieven leiden. De ervaringen van ”samen naar school” kunnen ons veel leren over de kansen én belemmeringen voor ’speciale’ kinderen op een gewone school.

En… er zijn meesters en juffen die iets hebben met deze bijzondere kinderen. Echt waar.

De auteur is voorzitter van de vereniging Helpende Handen. Morgen houdt Helpende Handen in Gorinchem haar jaarlijkse ledenvergadering. Onder het thema ”Daantje zou naar school toe gaan” staat het onderwerp ”passend onderwijs” centraal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer