Volgens Vergunst is de bijzondere leerstoel in Utrecht voor de Gereformeerde Bond altijd belangrijk geweest. „Sinds de benoeming van prof. Hugo Visscher, in 1931, is er meestentijds iemand namens de Bond aan die universiteit verbonden geweest. Het is echter ook in het verleden niet altijd een fulltimebezetting geweest. Prof. Graafland werd in 1972 benoemd en combineerde het bijzonder hoogleraarschap vijf jaar later met de functie van universitair hoofddocent.”Dat prof. De Reuver het jammer vindt dat zijn plaats aan de Utrechtse universiteit de komende tijd slechts voor de helft vervuld zal worden, zegt Vergunst goed te kunnen begrijpen. „Als we zien hoeveel werk prof. De Reuver gedaan heeft, snap ik die opmerking vanuit zijn perspectief goed. Zelfs hij, als fulltimer, had een overvolle agenda. Dus hoe moet het als de leerstoel gehalveerd wordt? zo vraagt hij zich af. Nu we vooral vanwege de financiën in Utrecht voorlopig wat teruggaan, wijs ik erop dat we sinds 2001 in Leiden en sinds 2006 in Kampen voor een dag in de week een leerstoel hebben. In Utrecht blijven we ruim boven de omvang van Leiden en Kampen, wat gezien de historie van de leerstoel en gezien de studentenaantallen een juiste beslissing is. Al met al blijven we aanwezig op alle erkende opleidingen voor predikanten in onze kerk. Dat is winst.”

Vergunst zegt dat er zorgvuldig wordt omgegaan met de gelden die de gemeenten voor het Leerstoelfonds bijeenbrengen, een fonds dat al in 1915 in het leven werd geroepen. „De kosten kunnen hoog zijn, maar het werk van de hoogleraren leeft gelukkig wel in de gemeenten. We willen duidelijk houden hoe nodig het is dat er onderwijs in de gereformeerde godgeleerdheid plaatsheeft en dat de bronnen van Reformatie en Nadere Reformatie voor onze tijd ontsloten worden.”

De algemeen secretaris zegt dat het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond besloten heeft om over twee jaar -in 2009- de omvang van de leerstoelen te evalueren. „Bijzonder hoogleraren worden tegenwoordig in principe voor vijf jaar benoemd. De afgelopen jaren is de positie van de theologie aan de universiteiten gewijzigd, evenals de structuur van de opleiding. Daarom is het nodig alert te blijven en tijdig te evalueren.”

Vergunst wijst er ook op dat in het algemeen de meeste bijzonder hoogleraren niet fulltime een leerstoel bezetten. „Het gaat bijna altijd om een deeltijdfunctie van een of enkele dagen per week.”