Gehaktdag heeft zo geen meerwaarde
Het verantwoordingsdebat van afgelopen woensdag heeft te weinig opgeleverd, concludeert dr. Peter van der Heiden. De fractievoorzitters moeten met de minister-president in debat gaan op verantwoordingsdag, of de dag moet worden afgeschaft, stelt hij.
Het was een mooi idee, de invoering van verantwoordingsdag een aantal jaren geleden. Naast Prinsjesdag, waar met veel ceremonieel de begroting wordt gepresenteerd en nieuwe kabinetsplannen worden aangekondigd, moest er ook een vaste dag komen waarop de resultaten van dat beleid aan de volksvertegenwoordiging worden voorgelegd en daarover verantwoording wordt afgelegd. Strijdbaar werd deze dag ”woensdag gehaktdag” genoemd, hetgeen een zware confrontatie tussen kabinet en parlement deed vermoeden. Echt goed van de grond gekomen is verantwoordingsdag nooit, met als dieptepunt de aflevering van afgelopen week.De wijze waarop het kabinet-Balkenende IV voor de eerste maal verantwoording aflegde, kon op bijzonder weinig waardering rekenen van de Tweede Kamer. De premier vond het niet nodig om acte de présence te geven, waarmee al direct duidelijk wordt hoe hoog -of beter gezegd: hoe laag- de regering het belang van zo’n debat inschat. Het is ondenkbaar dat de minister-president verstek laat gaan bij Prinsjesdag, de tegenhanger van deze dag. Het hele kabinet is prominent aanwezig bij de aanbieding van de rijksbegroting, afgelopen woensdag stond vicepremier Bos eenzaam achter de regeringsmicrofoon.
Technisch
Belangrijker dan de personele invulling is natuurlijk de inhoud die aan deze dag wordt gegeven. Vooraf had Bos al duidelijk gemaakt dat er wat moet veranderen aan de manier waarop het kabinet jaarlijks verantwoording aflegt. Net als bij de algemene beschouwingen over de Rijksbegroting zou het een politiek debat moeten zijn en niet, zoals de afgelopen jaren steeds meer de ontwikkeling is, een technisch-financieel debat.
Het debat van afgelopen week was inhoudelijk wel heel uitzonderlijk. Voor het eerst sinds de invoering van dit debat moest een minister verantwoording afleggen voor het gevoerde beleid van een totaal andere regeringscombinatie, waartegen de minister in kwestie ook nog eens fors had geopponeerd.
Deze politieke spagaat voor Bos had gemakkelijk voorkomen kunnen worden wanneer minister-president Balkenende namens het kabinet het woord had gevoerd. Hij was immers ook verantwoordelijk voor het beleid van afgelopen jaar. Nu Bos feitelijk weigerde om een oordeel te geven over het eerder gevoerde beleid, en vragen daarover naar collega-ministers doorschoof, verdween iedere relevantie van de verantwoording als sneeuw voor de zon.
In deze vorm heeft een verantwoordingsdag bijzonder weinig zin. Gehaktdag is bedoeld om een tweede parlementair hoogtepunt te creëren, en is in potentie nog belangrijker dan de algemene beschouwingen rond Prinsjesdag. De primaire taak van de volksvertegenwoordiging is immers de controle van de regering, en een jaarlijks verantwoordingsdebat zou daar een prima instrument voor kunnen zijn. De manier waarop verantwoordingsdag wordt ingevuld -financieel deskundigen die met de minister van Financiën debatteren- geeft echter bijzonder weinig ruimte om, anders dan puur financieel-technisch, deze controle handen en voeten te geven.
Fractievoorzitters
Net als bij de algemene beschouwingen zouden het de fractievoorzitters moeten zijn die met de minister-president debatteren, met het liefst het gehele kabinet present. Daarmee zou verantwoordingsdag onmiddellijk aan politiek gewicht winnen, hetgeen vrijwel automatisch een vermindering van het financieel-technische karakter zal opleveren.
Er zijn mogelijkheden genoeg om gehaktdag interessanter te maken, want, op basis van het financieel jaarverslag valt er aardig wat op politiek niveau te debatteren. Het betreffende stuk is niet slechts een dorre opsomming van de bestede geldsommen, maar geeft ook een aardig inzicht in de effectiviteit van het overheidsbeleid. Voor vrijwel ieder beleidsterrein geeft het jaarverslag een overzicht van de doelstellingen en van de mate waarin deze verwezenlijkt zijn, zoals bijvoorbeeld over het restrictieve asielbeleid (het aantal asielzoekers is vorig jaar gestegen) en het tegengaan van schooluitval (het kabinet wilde een halvering, maar heeft daar slechts een gedeelte van gehaald). Over dát soort dingen valt op hoofdlijnen met het kabinet te debatteren, niet over de precieze bestedingen van het overheidsgeld. Dat is, om de woorden van Bos te gebruiken, slechts ”cijferfetisjisme”, en heeft bepaald geen uitstraling naar de bevolking -hetgeen toch één van de doelstellingen van gehaktdag was.
Geen meerwaarde
In de huidige vorm biedt verantwoordingsdag geen meerwaarde voor het normale parlementaire bedrijf. Kamerleden zijn zich daar al redelijk bewust van, zoals uitspraken van Pechtold („Wat een waardeloos debat”) duidelijk maken. De kritiek van Bos voorafgaand aan het debat geeft aan dat ook binnen het kabinet aan de waarde van dit debat getwijfeld wordt. In potentie is het een prima instrument om jaarlijks de resultaten van het kabinetsbeleid voor het voetlicht te brengen, maar dan moet het allemaal wel veel politieker. Mocht de bereidheid daartoe ontbreken, dan moet gehaktdag als geheel maar door de gehaktmolen.
De auteur is freelancejournalist en als parlementair historicus verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.