Een meerderheid van de gemeenteraad stelde donderdagavond dat de eigenaren het verbruid hebben. Verkopen, slopen of verwijderen bleek voor de familie onbespreekbaar. De eigenaren dienden in de onderhandelingsfase een strafklacht in tegen de verantwoordelijke wethouder.„Door alle aantijgingen in de media heeft de familie het college geschoffeerd”, meende CDA-raadslid W. P. Onderdelinden.

Kern van het probleem is dat de woonboot geen officiële ligplaats heeft, maar jarenlang is gedoogd. De weduwe van de heer Pronk, die de ark in 1960 bouwde, mocht er volgens het gemeentebestuur blijven wonen tot haar overlijden.

Op haar overlijden volgde een juridisch getouwtrek. De erven Pronk, de huidige eigenaren, bestrijden de overeenkomst van toen en willen geen afstand doen van de Annemarij.

Het gemeentebestuur wil al jaren van het schip af, uit angst voor schadeclaims van naburige bedrijven. Doordat de haven is afgedamd, kan de boot niet worden versleept en is verkoop geen optie.

Hoewel de gemeenteraad nog het oordeel afwacht van een adviescommissie, schaarden de collegepartijen zich gisteravond alvast achter hun bestuurders. De oppositiepartijen, van wie de woonboot mag blijven, laken de houding van het college.