Dat is een van de hardste conclusies uit een woensdag verschenen onderzoek dat Technische Universiteit Delft heeft uitgevoerd.De verkeerscommissie van de Tweede Kamer vroeg om het onderzoek na een besluit om de oorspronkelijke openingsdatum (1 april dit jaar) van de gloednieuwe spoorverbinding te verschuiven. Intussen is de oplevering nog verder vertraagd. Verkeersminister Eurlings spreekt zelfs al van streefdata.

Het onderzoek draait om het nut en de noodzaak van de acute aanpassing van het beveiligingssysteem. Het ging in op vragen naar de redelijkheid en billijkheid van bijvoorbeeld deze omzetting, van de wisselingsperiode en van de testperiode van twintig weken op de lijn zelf in plaats van op het testnetwerk.

Zo zouden zonder de keuze voor de modernste ERTMS-versie de treinen bij de grens niet door kunnen rijden met het gewenste veiligheidsniveau en de gewenste snelheid, stellen de onderzoekers. De oude versie die voor Nederland was ontwikkeld, sloot niet aan op de Belgische versie (van een andere leverancier).

In terugblik is de ontwikkeling van ERTMS gegeven de gemaakte keuzes volgens hen alleszins redelijk en billijk te noemen. „Een aantal keuzes zou anders gemaakt kunnen zijn, maar het point of no return is ruim gepasseerd. Het streven naar geleidelijkheid, tijdelijkheid en specifieke deeloplossingen lijkt de beste weg om voortgang te boeken.”

Het onderzoek wijst geen schuldige(n) aan. Er staat naast een drietal conclusies een trits aanbevelingen die grotendeels technisch van aard zijn. Centraal staat welke lessen kunnen worden getrokken voor toekomstige grote projecten en „gesignaleerde tekortkomingen voorkomen kunnen worden.”

Te denken valt daarbij vooral aan de invoering van een kilometerheffing, die het kabinet wil versnellen tot 2011. In de Kamer zijn al zorgen geuit over de risico’s, gezien de problemen met de HSL-Zuid en ook de alsmaar vertraagde Betuwegoederenspoorlijn naar het Ruhrgebied.