Westers ingrijpen in M-Oosten nodig
Westerse dwang en steun zijn onontbeerlijk voor het vinden van een uitweg in het Midden-Oosten. Gezien de Amerikaanse problemen in Irak wordt in deze context een leidende rol voor Europa logischer en essentiëler dan ooit, stelt Bert de Bruin.
Iemand schreef me dat men in Nederland het gevoel krijgt dat de recente luchtaanvallen van Israël op doelen in Gaza de situatie daar nog meer zullen doen escaleren. „De Libanese aanval op de Palestijnen komt daar ook nog eens bij”, aldus de scribent. Dit riep bij mij een cynische vraag op: Kan de toestand in de Gazastrook nog meer escaleren? Het is daar een complete burgeroorlog, en niet sinds vandaag of gisteren. Israël heeft zeker (vooral economische) invloed op de situatie in Gaza, maar Jeruzalem zorgt ironisch genoeg voor de weinige eenheid die de Palestijnen nog rest. Alleen zodra Israël toe- of terugslaat lijken Hamas en Fatah het erover eens te worden dat ze het ergens over eens moeten worden. Noch Hamas noch Fatah lijkt zijn machtspositie zonder agressie van en tegen Israël te kunnen handhaven.Je kunt je afvragen hoe Israël op de dagelijkse raketaanvallen moet reageren. Dat de Israëlische regering die aanvallen met geweld beantwoordt, kun je haar echter nauwelijks kwalijk nemen. Sinds leden van Fatah en Hamas elkaar -en andere Palestijnen- een paar weken geleden begonnen te vermoorden, vallen er aan de Israëlische kant van de grens met Gaza op een ’rustige’ dag ’slechts’ vijf à tien raketten. Dat aantal is meer dan het dagelijkse gemiddelde over 2006, toen 1726 Qassamraketten richting Israël werden afgeschoten.
Er wordt nogal eens gesuggereerd dat de ’primitieve’ Qassamraketten de Israëlische reacties niet rechtvaardigen. Probeer dat maar eens te verkopen aan de moeder van de 32-jarige vrouw die maandag minstens het tiende dodelijke Israëlische Qassamslachtoffer in drie jaar werd. Een soevereine staat kan niet tot de orde van de dag overgaan als het leven in één stad (Sderot) en in een heel grensgebied feitelijk continu wordt lamgelegd, ongeacht hoe primitief of geavanceerd de gebruikte terreurmiddelen zijn. Gezien de wankele positie van de regering-Olmert kunnen we een Israëlisch politiek-diplomatiek initiatief, om het even hoeveel kans van slagen zo’n initiatief zou hebben, of een serieus Israëlisch antwoord op het Saudische vredesvoorstel voorlopig vergeten.
Libanon
Wat Libanon betreft: het viel te verwachten dat het Libanese leger de opkomst van nog een ethnisch-religieuze factie in het al zo onstabiele land wil stoppen. Ook voor 11 september 2001 kon je in de wereld van de terreur al vreemde samenwerkingen tegenkomen. Vandaag de dag is het echter helemaal onmogelijk om de verschillende terreurgroepen en hen die die groepen steunen en sturen keurig te ordenen. Zo is het niet geheel duidelijk wie er achter de Fatah al-Islam zit, de groep waartegen het offensief van het regeringsleger in Noord-Libanon gericht is. Het gaat om een deels Palestijnse groepering die mogelijk banden heeft met al-Qaida en een islamistische ideologie aanhangt.
De Syrische regering ontkent in alle toonaarden deze groep te steunen, en Hezbollah heeft zijn steun uitgesproken aan de Libanese regering in haar strijd tegen de Fatah al-Islam. Anderzijds gebeurt er in Libanon al jaren heel weinig dat niet door Damascus en/of Teheran wordt goedgekeurd of gestart. Volgens sommige bronnen krijgt de groep steun en versterking van Palestijnse terreurgroepen in Damascus, waaronder waarschijnlijk leden van het PFLP-GC van Ahmed Jibril. Die laatste was overigens een van de eerste seculiere, linkse Palestijnse terroristen die zonder ideologische bezwaren steun ontvingen uit Iran. Ook de hedendaagse samenwerking tussen Iran en Syrië, geleid door regimes met ideologieën die traditioneel als water en vuur golden, zou vroeger niet echt vanzelfsprekend zijn geweest.
Dat brengt ons weer terug bij Hamas. Die organisatie is eveneens islamistisch en wordt -vroeger zou je zeggen: desondanks- door en via Damascus en Teheran gesteund en gestuurd.
Geweldsspiraal
Valt er iets te leren uit de laatste geweldsspiraal in de regio? Misschien een les die door velen allang geleerd is. Het is duidelijker dan ooit dat Israël, Libanon en de Palestijnen -de drie landen en volken die de belangrijkste spelers én slachtoffers van het Palestijns-Israëlische conflict zijn, en die het meeste te winnen hebben bij een einde van dat conflict- samen vrijwel zeker geen leefbare, werkbare en vreedzame oplossing zullen kunnen vinden. Geen van die drie partijen kent momenteel een bekwaam, overtuigd en overtuigend leiderschap dat het blinde vertrouwen van zijn land of volk geniet. Olmert, Siniora, Abbas en/of Haniyah, geen van allen bezit de durf en de creativiteit om de dodelijke en deprimerende impasse te doorbreken. Bovendien zal niemand van hen zonder internationale garanties en druk zijn bevolking warm krijgen voor een vredesverdrag en voor de compromissen en risico’s die zo’n verdrag met zich meebrengt. Daarnaast zijn er te veel regionale spelers die belang hebben bij het voortduren van het conflict.
Westerse dwang en steun, en samenwerking tussen het Westen en de relatief westers georiënteerde Arabische regeringen zijn onontbeerlijk voor het vinden van een uitweg. Gezien de Amerikaanse problemen in Irak en het gebrek aan vertrouwen dat de regering-Bush -niet geheel onterecht- in de Arabische wereld geniet, wordt in deze context een leidende rol voor Europa logischer en essentiëler dan ooit.
De auteur is historicus. In 1995 emigreerde hij naar Israël.