Bosnisch-Servisch rapport: geen bloedbad in Srebrenica
Een rapport dat opgesteld is in opdracht van de regering van de Servische entiteit van Bosnië, Republika Srpska, spreekt tegen dat er een massamoord heeft plaatsgevonden in Srebrenica in 1995. Volgens het rapport kwamen er in het dorp destijds zo’n 2000 moslim-militairen om, voornamelijk tijdens gevechten. Dit meldt de Bosnisch-Servische televisie op maandag.
Nederlandse en andere westerse regeringen volgen de lezing van het Rode Kruis en de Verenigde Naties, die concludeerden dat Bosnisch-Servische troepen van generaal Mladic in 1995 circa 8000 moslim-mannen en jongens hebben vermoord. Dit gebeurde nadat Mladic de enclave, beschermd door Nederlandse blauwhelmen, onder de voet had gelopen. De Nederlanders keken vervolgens toe hoe Mladic de mannelijke bevolking afvoerde en waarschijnlijk vermoordde.
Het Bosnisch-Servische rapport meldt nu dat circa 1800 moslim-militairen tijdens gevechten zijn gedood. Honderd stierven ’van uitputting’, en ’slechts’ honderd werden door de Serviërs ’uit rancune of onbekendheid met het internationale recht’ gedood, aldus de televisie over het rapport.
De Bosnisch-Servische autoriteiten weigerden maandag ieder commentaar over het rapport, dat dinsdag pas officieel uitkomt.