De rechter haalde begin deze maand een streep door de voorgenomen verkoop van dit dochterbedrijf van ABN AMRO aan Bank of America.Een woordvoerster van de Hoge Raad zei het cassatieverzoek van de Amerikanen dinsdag te hebben ontvangen. Eerder liet ABN AMRO al weten in cassatie te gaan tegen de uitspraak. Het verzoek van ABN AMRO is echter nog niet ontvangen, zei de zegsvrouw van de Hoge Raad.

Op 3 mei bepaalde de Ondernemingskamer dat ABN AMRO zijn aandeelhouders toestemming moet vragen voor de voorgenomen verkoop van LaSalle voor 21 miljard dollar. De aandeelhouders waren in het geweer gekomen tegen de zogenoemde flitsverkoop door ABN AMRO.

Volgens Bank of America schrijft de Nederlandse wet helemaal niet voor dat toestemming moet worden gevraagd aan aandeelhouders. „We geloven dat het Nederlandse recht een partij zoals Bank of America, die te goeder trouw heeft gehandeld, beschermt”, zo liet een woordvoerder van de bank weten.

Kort na de uitspraak van de Ondernemingskamer sleepte Bank of America ABN AMRO al voor de Amerikaanse rechter wegens contractbreuk. Als de Amerikanen onverhoopt hun hand niet kunnen leggen op LaSalle, dreigen er miljardenclaims van hun kant.

Volgens de woordvoerster van de Hoge Raad ligt het voor de hand dat het beroep van Bank of America tegelijkertijd wordt behandeld met dat van ABN AMRO. Daarvan liet de Hoge Raad eerder al weten dat het een spoedzaak betreft, die in maximaal vier maanden kan worden afgerond.