Pas op met uitspraken over Zwingli
Volgens H. L. Roth worden de reformator Huldrych Zwingli nog steeds uitspraken in de mond gelegd die hij niet gedaan heeft. Zo ook in het interview met ds. M. A. Kempeneers over zijn boekje ”Waar is ons kind?” in het RD van maandag.
In de regel ontbreken in discussies de standpunten van Huldrych Zwingli. Als ze wel worden weergegeven, zouden ze helaas vaak beter kunnen ontbreken, omdat ze in de regel het niveau niet ontstijgen van de vooroordelen en de foute meningen die er in de loop van de tijd over zijn verspreid.In het artikel ”Pleitgrond voor overleden kind” (in het RD van maandag) is dit ook -haast terloops- het geval: „Ds. Kempeneers ziet in de kerkgeschiedenis drie antwoorden op de vraag naar de eeuwige bestemming van kinderen: 1. Alle kinderen worden zalig: de opvatting van onder meer Zwingli, Toplady, John Newton en Spurgeon.” Dat roept een beeld op in de trant van: bij Zwingli gaat het allemaal zo gemakkelijk, Zwingli is vrijzinnig et cetera. Maar, kan dat wel waar zijn? Wat blijft er dan over van Zwingli als reformator? Was zijn Schriftverstaan zo gebrekkig? Is Huldrych Zwingli een theoloog met mensenwijsheid en vrijblijvende opinies, of hoort Huldrych Zwingli bij de ”theodidacti”, de door God onderwezenen?
Als je tien theologen op een rijtje zet, kun je best tien verschillende meningen hebben, als ze die op basis van hun eigen mensenwijsheid hebben geconstrueerd. De mens is nu eenmaal leugenachtig. Als je tien ”theodidacti” -en daar kunnen gelukkig ook theologen tussen zitten- op een rijtje zet, is dat uitgesloten, want het is dezelfde Heilige Geest Die ze de kern van de zaak onderwijst. In het Koninkrijk van God heerst nu eenmaal het absolute gezag van -en is er volstrekte eerbied voor- het door de Heilige Geest geleerde Woord van God. De betrouwbaarheid van het Woord van God is vastgeklonken aan de betrouwbaarheid van de God van het Woord. Lees het geschrift ”Het Woord van God: glashelder, krachtig en betrouwbaar” van Zwingli er maar eens op na: niet bepaald de opinie van vandaag, maar wel de lijn van het Koninkrijk van God.
Verkiezing
Hoe zit het dan met het standpunt van Zwingli ten aanzien van de jonggestorven kinderen? We kunnen dat laten samenvallen met zijn uitlatingen over ongedoopt gestorven kinderen: bij Zwingli rust de zaligheid op de verkiezing; de doop heeft geen zaligmakende werking. Zwingli spreekt zich expliciet uit over de ongedoopt gestorven kinderen in zijn uitleg bij artikel 67 in de nog te verschijnen uitgave ”67 artikelen met uitleg”: „Over de ongedoopt gestorven kindertjes heb ik al enkele malen als volgt gepreekt: het is geloofwaardiger om aan te nemen dat ze niet verdoemd worden dan om aan te nemen dat ze wel verdoemd worden. Om deze uitspraak willen de monnikskappen me wel opvreten. Toch heb ik deze uitspraak steeds met een bolwerk van argumenten beschermd, en dat bolwerk hebben ze niet kunnen slechten. Ik heb steeds gesproken over de kindertjes die uit christelijke ouders zijn geboren. Bovendien heb ik steeds gezegd: het is geloofwaardiger. Ik heb niet gezegd: het is zeker dat ze zalig worden, want het oordeel van God kennen wij niet. Er zijn veel onbeschaamde mensen die zo tactloos zijn, dat ze de arme mensen -bij wie een ongedoopt kind is gestorven- ook nog met verachting opzadelen. Ze verbieden de ouders om hun kindje op het gewijde kerkhof te begraven. Ze bestraffen de ouders met openbare schande en boete en matigen zichzelf een oordeel aan over het oordeel van God (…).”
Beloften
Ten aanzien van een onderwerp waarbij heldere teksten ontbreken, kunnen absolute conclusies niet worden getrokken. Als mensen zijn we niet aanwezig in de raad van God. Op grond van de beloften voor ons en onze kinderen mag er voor de kleine kinderen van christelijke ouders die door de voorzienigheid van God jong sterven hoop en verwachting zijn. We kunnen daar argumenten voor aanreiken op basis van nauwkeurige exegese.
Exegetisch trekt Zwingli ten aanzien van de kinderen onder meer de volgende lijnen: Kinderen behoren net zo zeker aan God toe als ouders. Kinderen beërven het Koninkrijk van God. Voorzichtigheidshalve beperken we ons tot de kinderen van de gelovigen, maar God gaat Zelf verder. De erfelijke ’barst’ sinds Adam is door Christus overwonnen en vervloekt niet. Leven onder de genade kan geen slechter lot beschoren zijn dan leven onder de wet.
Gelet op het bovenstaande over de ”theodidacti” is het dan ook niet verwonderlijk dat Zwingli ten aanzien van dit onderwerp hetzelfde standpunt hanteert als verwoord is in de Dordtse Leerregels. Wel opvallend is het dat al in 1523 getracht wordt om Zwingli woorden in de mond te leggen die hij niet heeft gezegd, en dat het precies dezelfde woorden zijn die hem ook in 2007 nog -onterecht- achtervolgen.
Wij moeten er dan ook voor oppassen dat we onze pen niet te snel uitlenen aan de vader van de leugen om grote kandelaars in het Koninkrijk van God te besmeuren of verdacht te maken. We komen veel te snel in deze gevarenzone als we de betovering van het (post)moderne denken niet weten te verbreken en er maar blind van uitgaan dat er alleen maar sprake is van meningen (opinies). Bij theologen kan dat wel het geval zijn, maar in het Koninkrijk van God gelden andere spelregels.
De auteur doet onderzoek naar Zwingli en vertaalde geschriften van de reformator, waaronder diens boek ”Doop, wederdoop en kinderdoop” (2007). Zijn dochter Natalie overleed in de moederschoot.