Tragisch dieptepunt in juridische marathon
De vroegere glashandelaar Arend Solleveld uit Naaldwijk is niet het type dat meteen bij de eerste klaroenstoot het vaandel laat vallen, maar begin deze maand voer de schrik hem toch in de benen. Als hij doorgaat met zijn gevecht tegen de staat en andere machtige partijen, „dan eindigt hij net als Pim Fortuyn”, zo luidde de waarschuwing aan het adres van Solleveld. De Westlandse ondernemer heeft al veel meegemaakt in de ruim 25 jaar dat hij genoegdoening zoekt, maar dit overtrof al het voorgaande.
Het getuigenverhoor van woensdagochtend 7 augustus in de zaak van Arend Solleveld duurt buitengewoon kort. Mr. B. Zegers, advocaat van Solleveld, deelt de vice-president van de Utrechtse rechtbank, mr. H. J. Schepen, mee dat er sprake is van een ernstige ontwikkeling. Bij een Westlands accountantsbureau is een telefoontje binnengekomen dat een regelrechte doodsbedreiging inhoudt aan het adres van zijn cliënt. Om die reden vraagt hij de verhoren voorlopig te staken. Het is een tragisch dieptepunt in deze juridische marathon.
Het dreigement dateert al van juni. Het komt binnen bij een accountant, een zakenrelatie van Solleveld. „Als Solleveld doorgaat met deze getuigenverhoren, dan eindigt hij net als Pim Fortuyn.” De accountant kent de bron, maar wil die niet prijsgeven. „Een adviseur van de rechterlijke macht”, zegt hij.
Solleveld schrikt in eerste instantie, maar weigert door de knieën te gaan. Hij vecht al sinds 1974 het faillissement van zijn glashandel Serco aan en heeft zich tot nu toe door niemand laten tegenhouden. Dat wil hij ook deze keer niet doen.
Maar als hij maandag 5 augustus opnieuw door de accountant wordt gebeld, begint Solleveld zich achter de oren te krabben. Die dag zijn de getuigenverhoren na een onderbreking van enkele maanden weer voortgezet en is het er weer hard aan toegegaan. De spanningen bij de gewezen glashandelaar beginnen hun tol te eisen.
In een persoonlijk gesprek houdt de accountant hem de volgende dag onder ogen hoe serieus de bedreiging is. De bron omschrijft hij als „een raadsadviseur op het gebied van wetgeving”, die tevens werkzaamheden verricht voor de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (voorheen Binnenlandse Veiligheidsdienst). Solleveld beseft dat het menens is en besluit in overleg met zijn advocaat Zegers en adviseur Rob van der Vaart van het juridisch bureau Law Watch de verhoren alsnog stop te zetten. Hij wil eerst opheldering over de mysterieuze waarschuwing.
Nadat rechter mr. Schepen het verzoek tot schorsing heeft ingewilligd, stelt Solleveld onmiddellijk de dienstdoende officier van justitie in kennis. Die verwijst hem door naar het politiebureau in Delft. Een agent maakt proces-verbaal op en belooft dat de zaak zal worden onderzocht.
Solleveld heeft de Staat der Nederlanden aansprakelijk gesteld, omdat hij vindt dat de Haagse rechtbank (als onderdeel van de staat) zijn belangen heeft verkwanseld. De faillissementskamer van de rechtbank had naar zijn mening geen genoegen mogen nemen met de gang van zaken rondom de ondergang van zijn glashandel Serco. Het florerende miljoenenbedrijf werd volgens hem opgeofferd aan hogere belangen. Solleveld wil tevens aantonen dat allerlei onheuse praktijken op alle mogelijke manieren zijn toegedekt.
Via verhoren wil hij de waarheid aan het licht brengen. Tot nu toe is al een keur aan getuigen bij de Utrechtse rechtbank langsgeweest, onder wie diverse rechters. Het meest spectaculair was het getuigenis van de vroegere vice-president van de Haagse rechtbank, mr. J. W. Westenberg. Hij bekende dat hij zich net als Solleveld vaak vertwijfeld had afgevraagd waarom het dossier Serco zo ongelukkig was afgehandeld.
Als voorbeeld noemde hij een akkoord dat was afgesloten tussen de curatoren en de Amrobank over een vordering van de bank. Westenberg kon er met zijn verstand niet bij dat de curatoren die vordering hadden aanvaard zonder dat die was onderbouwd. Daardoor was een bedrag van 1,5 miljoen gulden verdwenen. Zou dat niet zijn gebeurd, dan was Serco waarschijnlijk niet omgevallen.
„Er hing een onduidelijke waas om het dossier”, verklaarde Westenberg tegenover de Utrechtse rechtbank. Hij kon er uren over praten en maakte er geen enkel geheim van dat zijn sympathie altijd bij Solleveld had gelegen, maar dat hij zich onmachtig had gevoeld de zaak terug te draaien.
Het getuigenis van Westenberg sterkte Solleveld in de overtuiging dat hij op het goede spoor zat. Voor zijn gevoel was nu zo goed als bewezen dat zijn bedrijf destijds willens en wetens de nek was omgedraaid.
Mr. Westenberg is tegenwoordig lid van de „vliegende brigade” die overbelaste rechtbanken te hulp schiet. Hij heeft geen banden meer met de Haagse rechtbank. Was dat de reden waarom hij vrijuit kon spreken?
In ieder geval was de tegenstelling met andere getuigen opvallend. De een had last van ernstig geheugenverlies, een ander -de huidige vice-president van de Haagse rechtbank mr. P. Kalbfleisch- had zich niet op het verhoor voorbereid omdat hij niet precies wist waar het over zou gaan. En dat terwijl in diverse grote landelijke dagbladen over de zaak was gepubliceerd.
De getuige die voorlopig als laatste aan het woord kwam, wist zich eveneens op cruciale onderdelen weinig meer te herinneren. Dat verbaasde Solleveld niets. De getuige, mr. J. Lemstra, werd begin jaren negentig aangesteld als curator, samen met mr. H. Bouma. Die is in dienst van het gerenommeerde advocatenkantoor Pels Rijcken(&(Drooglever Fortuijn en treedt op als landsadvocaat. „Er is hier duidelijk sprake van tegengestelde belangen”, zegt Solleveld.
Hij beschikt over nog veel meer aanwijzingen dat allerlei betrokkenen hun belangen veilig proberen te stellen. Maar dat hij met de dood zou worden bedreigd, had hij nooit gedacht.
Deze week bereikte hem nieuwe informatie over de aard van de bedreiging. Solleveld: „Bepaalde uitspraken zijn afgezwakt. Mogelijk was het alleen de bedoeling mij te intimideren. Ik vertrouw erop dat de politie achterhaalt hoe deze vork aan de steel zit.”
Ondanks de spanningen van de laatste weken is de gewezen zakenman niet van plan het bijltje erbij neer te gooien. „De getuigenverhoren zijn voorlopig stopgezet. Ze zullen te zijner tijd zeker worden hervat, want er lopen te veel mensen rond die hun kennis over dit dossier nog prijs moeten geven.”