„Hulp aan zigeuners rijk gezegend”
KRIMPEN A/D LEK - Voor het interview tekent directeur M. J. van der Weide nog snel even een document voor een kleuterschool van de Roma’s (zigeuners) in Roemenië. De Roma’s staan centraal tijdens de jubileumbijeenkomst die zaterdag wordt gehouden. De Stichting OostEuropa Zending (OEZ), die vooral in Oost-Europa op het gebied van evangelisatie en hulpverlening werkt, bestaat veertig jaar.
OEZ bestaat even lang als de Evangelische Omroep. Van der Weide vindt het niet toevallig dat beide organisaties in dezelfde tijd zijn ontstaan. „De achterban van OEZ is een blauwdruk van het EO-publiek. De basis van OEZ ligt in de opwekkingsbeweging van de zestiger jaren en net daarvoor, toen de Amerikaanse predikant T. L. Osborn naar Nederland kwam en er grote meetings georganiseerd werden, waar tienduizenden mensen op afkwamen. Maasbach en Zijlstra gingen verder in zijn spoor.”De wortels van Van der Weide liggen in de Christelijke Gereformeerde Kerken. In zijn jeugd was hij een tijdje de weg naar de kerk kwijt, maar door straatevangelisatie kwam hij weer met het Evangelie in aanraking. Hij behoort nu bij een volle evangeliegemeente. Zijn voorgeslacht ziet er oecumenisch uit. Een van zijn grootouders was luthers, de ander rooms-katholiek, de ouders van zijn moeder kwamen uit Kroatië, als nazaten van Duitse settlers.
Bijbelkoeriers
Veertig jaar geleden, in 1967, reisde OEZ-oprichter Kees van Olst van Wenen naar Bratislava en smokkelde hij een handtas met Bijbels de grens over. In 1974 werd de Stichting Oost-Europa Zending (Epe) opgericht, met de Oostenrijkse stad Wenen als hoofdkwartier. In het begin ging het vooral om het sturen van Bijbelkoeriers naar de toenmalige Oostbloklanden. In 1985 werd het hoofdkantoor naar Nederland (Krimpen aan de Lek) verplaatst en volgde Van der Weide Van Olst op als directeur.
Na de val van het IJzeren Gordijn breidde het aantal zendings- en hulpactiviteiten in Oost-Europa zich sterk uit, onder andere door hulp aan kinderen en zieken. Na 1990 richtte de stichting zijn aandacht ook op landen buiten Europa.
De groeiende activiteiten leverden geen nauwere samenwerking met andere organisaties op. Van der Weide: „Je moet aandacht besteden aan de eigen organisatie en die uitbouwen. Je wilt allemaal groeien. Er is een heftige belangenstrijd, waarin geldt: ieder voor zich. Het moet echter wel een gezonde competitie zijn. Als het uitkomt, helpen we andere organisaties wel. We hebben indertijd Dorkas geholpen. Dorkas is OEZ voorbij gegroeid, maar waarom zou ik dat erg vinden? We delen in de vruchten.”
Een sterke kant van OEZ vindt de directeur dat de stichting dicht bij het vuur zit en van oudsher een omvangrijk netwerk heeft in het veld. We kennen de weg naar de kerken en de christengemeenten in Oost-Europa.”
Roma’s
Een van de opmerkelijkste dingen is de verspreiding van het Evangelie onder de Roma’s. De Roma’s worden door de bevolking meestal gediscrimineerd, veracht en buitengesloten. Ze wonen doorgaans aan de rand van de dorpen in zeer armoedige omstandigheden, soms in plaggenhutten.
Van der Weide kwam in 1980 met hen in aanraking. „Toen was er al een kleine opwekking gaande, die tijdens het communisme onbekend bleef. Na de val van het communisme kwamen de veldwerkers als vanzelf in aanraking met de Roma’s. Het is Gods werk geweest dat zij met het Evangelie in aanraking kwamen en er zijn dingen veranderd. Een van de mooiste dingen die een veldwerker tegenkwam, was een bordje in een zeer armoedig Romahuis waarop geschreven stond: „De Heer is mijn herder.”
De OEZ steunt onder meer een christelijke kleuterschool in Slobozia in het noordoosten van Roemenië. De kinderen, die vaak moe en hongerig op school komen, krijgen iedere dag brood en een beker melk en er wordt over Gods liefde verteld en gezongen. Evangelist Imre Koszta (vooral werkzaam in het Roemeens-Hongaarse grensgebied) heeft volgens Van der Weide veel zegen op zijn werk gezien. In een zevental dorpen is de afgelopen jaren een nieuwe gemeente ontstaan.
Tijdens de jubileumbijeenkomst in Krimpen aan de Lek komt Koszta vertellen over zijn ervaringen in deze dorpen. „Er zijn daar wonderen gebeurd. Tijdens een dienst worden soms tientallen Roma’s gedoopt”, aldus Van der Weide.
Armoedeproblematiek
De OEZ-directeur zou graag meer jongeren uit alle gezindten betrekken bij evangelisatie. De afdeling Barnabas organiseert dit jaar twee conferenties in Roemenië en Albanië, waarna de deelnemers in groepen uiteengaan om te evangeliseren. Een van de doelen van de conferenties is de ontmoeting en samenwerking tussen Oost- en West-Europese jongeren.
Ook de armoedeproblematiek staat hoog op zijn agenda. „Het is nog steeds nodig dat er hulpgoederen naar Oost-Europa gestuurd worden. Met name in landen als Moldavië en Oekraïne, maar ook in Roemenië is de armoede schrijnend.”
Als laatste prioriteit noemt hij evangelisatie op de Balkan, de regio waar zijn moeder vandaan komt. „De OEZ werkt al vanaf 1969 in het vroegere Joegoslavië, maar er is nog steeds geen doorbraak. Er is veel oosters-orthodoxe en rooms-katholieke hardheid. We mogen hopen op de doorwerking van het Evangelie, ook daar.”