Bezinning op gezinsproblemen nodig
E. J. Verbruggen en H. van Groningen plaatsen kanttekeningen bij het nieuws dat het aantal uit huis geplaatste kinderen in de rechterflank van de gereformeerde gezindte sterk is verdubbeld. Een grondige bezinning op opvoeding en gezin is nodig, stellen ze.
Met interesse hebben wij in het RD van vorige week dinsdag het interview gelezen met SGJ-directeur Nitrauw, en het hoofdredactioneel commentaar daarop in het RD van vorige week woensdag. De jaarcijfers van de SGJ spreken duidelijke taal. Werkzaam bij Stichting De Vluchtheuvel, een instelling die participeert binnen SGJ Toegang, kunnen wij beamen dat de vraag om jeugdzorg in reformatorisch Nederland groot is. Uit de cijfers van de SGJ over 2006 blijkt dat de ’rechterflank’ van de reformatorische hoek oververtegenwoordigd is.Graag willen wij een aanvulling geven op het commentaar van de hoofdredactie. Uithuisplaatsing van een kind is bijzonder ingrijpend, zeker als de plaatsing wordt opgelegd door de kinderrechter. En niet zelden moet worden ingegrepen omdat ouders zich onvoldoende kwijten van hun taak als opvoeders.
Ter nuancering echter twee punten. Ten eerste wordt een aanzienlijk deel van de pleegkinderen nog altijd op een vrijwillige basis uit huis geplaatst. Dat betekent dat ouders en het kind instemmen met de plaatsing. En dat is niet alleen maar „onthutsend”, zoals het commentaar het noemt, maar het getuigt ook van moed. Veel ouders zien onder ogen dat zijzelf vanwege eigen problemen hun kind geen veilige en stabiele thuissituatie kunnen bieden. Denk dan aan ernstige opvoedingsproblemen, maar ook aan bijvoorbeeld (psychiatrische) klachten van (een van de) ouders, waardoor de problemen de ouders boven het hoofd groeien. Het toenemend aantal uithuisplaatsingen kan ook betekenen dat er een toegenomen openheid is en bereidheid om hulp te vragen. Dat is positief te waarderen. Ouders die er vrijwillig mee instemmen dat hun kind elders wordt ondergebracht, om daar wél een verantwoorde opvoeding te krijgen, verdienen respect.
Het tweede punt waar we op willen wijzen, is dat het aantal uit huis geplaatste kinderen is geteld. Niet het aantal gezinnen waar een uithuisplaatsing noodzakelijk was. Het achterliggende jaar waren er enkele grote gezinnen waarvan vrijwel alle kinderen uit huis geplaatst moesten worden. Dat relativeert niet de ernst: het gaat om veel kinderen! Dat relativeert wel enigszins de breedte van het probleem: het aantal gezinnen met problemen is naar verhouding niet zo sterk gestegen.
Eerder ingrijpen
Blijft overeind staan dat de vraag om (gedwongen en vrijwillige) jeugdzorg in ’de rechterflank’ drastisch toeneemt. Dat vraagt om een grondige bezinning. Graag willen wij een paar suggesties doen.
Een verdubbeling van het aantal gedwongen uithuisplaatsingen roept de vraag op waarom er in deze gezinnen niet eerder werd ingegrepen. Tijdig ingrijpen voorkomt vaak de vergaande maatregel van een gedwongen uithuisplaatsing. Vaak verzuchten hulpverleners: Waarom heeft dit gezin niet eerder aangeklopt om hulp? Gelukkig is er over het algemeen een open houding merkbaar richting hulpverlening. Op steeds meer scholen wordt hier gericht aandacht aan gegeven. Maar helaas zijn er nog altijd ambtsdragers en leerkrachten die deze problemen onderschatten. Aandacht in kerken en op scholen voor het tijdig signaleren van kindermishandeling, opvoedings- en gezinsproblemen is een must.
De kloof tussen kerk en gezin enerzijds en de omliggende wereld anderzijds wordt steeds groter. Terwijl die wereld dankzij internet en alle moderne media eenvoudig toegankelijk is. Kinderen en ouders willen daar vaak verschillend mee omgaan. Dat vraagt om openheid, gesprek en een goede communicatie tussen ouders en kinderen. Maar dat vraagt vooral om ouders die leven vanuit een nauwe verbondenheid met de Heere. Laten we niet, onbewust en ongewild, in de oppervlakkigheid vervallen door dit probleem alleen of vooral te bestrijden met gebod op gebod en regel op regel.
Onmacht
Het is een hele opgave om in deze tijd vader en moeder te zijn. Ouders moeten leidinggeven aan kinderen die in de branding van het leven staan. Het is een hele kunst om aan de ene kant voldoende sturing en begrenzing te bieden, en aan de andere kant kinderen warmte en veiligheid te bieden. Veel ouders ervaren machteloosheid in het creëren van een verantwoord opvoedingsklimaat. En onmacht leidt tot allerlei misstanden.
Ouders hebben daarom toerusting nodig. Daar ligt voor kerken, media en andere organisaties een schone taak. Denk bijvoorbeeld aan het initiatief van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) om opvoedingsavonden te organiseren over het omgaan met moderne media. Veel ouders gaven aan dat ze door deze avonden daadwerkelijk werden toegerust in het leidinggeven aan hun kroost. Dit verdient navolging en uitbreiding.
Niet alleen het gezin, ook het huwelijk staat onder druk. Het lijkt wel alsof de vorst der duisternis zijn vurige pijlen in het bijzonder gericht heeft op de vernietiging van het christelijk huwelijk en het christelijk gezin. Binnen de christelijke gemeente neemt het aantal echtscheidingen toe. Relatieproblemen van ouders of echtscheiding zijn veelal funest voor een stabiel opvoedingsklimaat. Ook hier ligt een belangrijke preventieve taak. Het zou goed zijn als er meer aandacht kwam voor huwelijkscatechese en huwelijkspastoraat. De christelijke gemeente mag vanuit de rijke schat van het Woord (jonge) echtparen toerusten in het bouwen aan een hechte huwelijksband.
Onze kinderen en jongeren vragen om onze voortdurende zorg. Want ze zijn door de Heere aan ons toevertrouwd. In gezinnen, maar ook daarbuiten, is het onze dure plicht om een opvoedingsklimaat te creëren waarin kinderen op een verantwoorde wijze kunnen groeien naar de volwassenheid. Opvoeden is ten diepste een geestelijke taak, die verricht mag worden in diepe afhankelijkheid van de Heere. Opdat Zijn Koninkrijk kome.
De auteurs zijn werkzaam bij Stichting De Vluchtheuvel als respectievelijk maatschappelijk werker en directeur.