Optimisme heerst bij herstel zelfbestuur Noord–Ierland
BELFAST (ANP) – Een groot gevoel van optimisme heerste dinsdag in de Noord–Ierse hoofdstad Belfast, waar voormalige aartsvijanden zijn beëdigd in een kabinet dat het zelfbestuur van de Britse provincie weer ter hand neemt. De radicale dominee Ian Paisley en de katholieke voormalige IRA–topman Martin McGuinness leiden het kabinet als premier en vicepremier.
De hoofdrolspelers uit het Noord–Ierse vredesproces lijken ervan overtuigd dat de beëdiging van het kabinet de kroon op het vredesproces is en een einde maakt aan de moeizame jaren die volgden op het Goede Vrijdag–akkoord van 1998.Protestanten en katholieken, Britten en Ieren richtten de blik ferm vooruit. „We beginnen aan een weg die ons zal terugbrengen naar vrede en welvaart", zei Paisley, die tientallen jaren weigerde in de buurt van katholieke ’terroristen’ te komen.
McGuinness had eerder zijn verbazing uitgesproken over de samenwerking met Paisley. „Niemand had zich kunnen voorstellen dat we op dit punt zouden komen. Maar het is me duidelijk dat Paisley wil dat dit slaagt en hij weet dat ik dat ook wil", zei de voorman van Sinn Féin, de politieke tak van het Iers Republikeins Leger.
McGuinness sprak zijn lof uit voor de Britse premier Tony Blair, die volgens hem een ’krachtige bijdrage’ aan het vredesproces heeft geleverd. „Het is niet gepast in republikeinse kringen om de Britse premier erkenning te geven. Maar ik geef Tony Blair heel veel erkenning. Ik denk dat hij een enorme bijdrage heeft geleverd".
De Ierse premier Bertie Ahern noemde Blair de spil in het vredesproces en de persoon aan wiens vasthoudendheid het herstel van het zelfbestuur te danken is. Blair eerde op zijn beurt Paisley, McGuinness en Sinn Féin–leider Gerry Adams voor hun wil de politieke weg te kiezen en niet de gewapende strijd.
Het Goede Vrijdag–akkoord maakte in 1998 een einde aan dertig jaar van gewapende strijd tussen protestante unionisten, die bij Groot–Brittannië willen horen, en rooms–katholieke republikeinen die samenvoeging met de republiek Ierland nastreven. Die strijd eiste naar schatting 3800 levens.
Het Goede Vrijdag–akkoord voorziet in het zelfbestuur van de provincie door een Assemblee met beperkte bevoegdheden. Dat zelfbestuur werd in 2002 echter opgeschort wegens vermeende spionage van de IRA in de parlementsgebouwen. Sindsdien werd Noord–Ierland rechtstreeks bestuurd vanuit Londen.
De IRA paste na het Goede Vrijdag–akkoord een reeks vertragingstaktieken toe om de wapens nog niet te hoeven neerleggen. Pas in 2005 verklaarde Adams dat er een definitief einde kwam aan de gewapende strijd en een jaar later bevestigden onafhankelijke waarnemers dat alle IRA–wapens waren ingeleverd.
Pas nadat Sinn Féin in januari van dit jaar ook het gezag van politie en justitie had erkend, was de weg naar herstel van het zelfbestuur open. Vorige maand was Paisley voor het eerst bereid rechtstreeks met Adams in gesprek te gaan, waarop niets de beëdiging van een unionistisch–republikeins kabinet nog in de weg stond. Hoewel uit peilingen blijkt dat de Noord–Ieren twijfelen of deze samenwerking kan standhouden, hopen waarnemers dat de poging zal slagen.