De resultaten zijn vrijdag bekendgemaakt. De juridische informatie van leveranciers aan consumenten is zelden correct, vaak oppervlakkig en soms misleidend, constateert de bond. Zelfs simpele vragen over garantie bleken een struikelblok.

Winkeliers weten vaak niet wat ze daaronder precies moeten verstaan. Velen weten ook niet dat fabrieksgarantie niet afdoet aan hun eigen aansprakelijkheid volgens de wet. Meestal verwijzen ze gewoon door naar de fabrikant.

Verkopers bluffen vaak kopers af. Ze zeggen dat de consument geen rechten meer heeft na afloop van de garantietermijn. Daardoor draaien die onnodig voor reparatiekosten op. Want los van de garantie blijft de winkelier aansprakelijk voor wat hij verkoopt.

De bond wil dat het ministerie van Economische Zaken het bedrijfsleven beter informeert over de rechten van de consument. „Spotjes op televisie over de rechten van de consument en de verantwoordelijkheden van de winkelier zouden geen overbodige luxe zijn”, aldus een woordvoerster van de organisatie.

Dit geldt te meer omdat straks een nieuwe EU-garantierichtlijn gaat gelden, die de regels in Europa ter bescherming van de consument harmoniseert tot een minimumniveau. Zo geldt straks een garantietermijn van twee jaar na aankoop. Momenteel hangt het veelal af van de eigen voorwaarden van een winkelier hoever de garantie op een product gaat.

„De richtlijn verbetert de positie van de consument fors”, stelt de zegsvrouw van de bond. Zij benadrukt daarbij wel dat de Nederlandse wet geen vaste vervaltermijn voor garantie kent. „Na de garantie wordt het wel een stuk lastiger, maar ook na twee jaar kan de consument de winkelier aansprakelijk stellen voor het verkopen van een ondeugdelijk product.”

De Raad Nederlandse Detailhandel (RND) stelt dat juridische kwesties als garantie ingewikkeld zijn. „Het zijn vaak geen simpele vragen, maar juist heel lastige voor winkelpersoneel”, stelt een woordvoerster van RND.