Negen levens Argentijnse jaguar bijna ten einde
BUENOS AIRES (IPS) - De Argentijnse jaguar of Panthera onca palustris, de grootste katachtige in Latijns-Amerika, heerste ooit over de noordelijke helft van het Argentijnse grondgebied en het zuiden van Brazilië. Jacht en ontbossing hebben hun aantal doen slinken tot ongeveer 300. Natuurorganisaties hebben weinig hoop op het behoud van de soort.
In het begin van de negentiende eeuw werden vanuit Buenos Aires 2000 jaguarvellen per jaar uitgevoerd. Sindsdien verloren de grote roofkatten 80 procent van hun territorium en is hun aantal gedecimeerd. Er blijven er niet meer dan 300 over: 50 in de jungle van de noordoostelijke provincie Misiones, de rest in de provincie Yungas en Chacos. Alleen al in Misiones waren er vijftien jaar geleden nog tussen de 440 en 1200 jaguars.De hoofdoorzaak voor de achteruitgang is de ontbossing. „Wanneer we hun habitat kunnen behouden, maken de jaguars een kans”, zegt Claudio Bertonatti van het de Fundacion Vida Silvestre Argentina, een lokale partner van het Wereld Natuur Fonds, „In 200 jaar verminderde de bosoppervlakte in Argentinië van 160 miljoen tot 33 miljoen hectare. Wanneer we zo voortgaan, heeft het geen zin jaguars in gevangenschap te kweken.”
De jaguar is een solitaire jager die kan overleven in het oerwoud, in de savanne of op de vlakte. Door de oprukkende mensheid wordt hij teruggedrongen in geïsoleerde enclaves. Een volwassen exemplaar voedt zich met pekari’s (een kleine varkensachtige), tapirs of berggeiten en heeft ongeveer 4000 hectare nodig om de nodige prooien te vinden. „Wanneer zijn habitat te klein wordt, schrikt hij er niet voor terug honden of paarden te doden”, zegt Bertonatti.
De confrontatie met een gewapende boer of herder is meteen de tweede oorzaak voor het verdwijnen van de soort. Daarnaast worden er nog altijd ’sportieve’ jachtpartijen op de jaguar georganiseerd, vaak nadat in gevangenschap gekweekte dieren in het wild zijn uitgezet.
De oplossing voor het probleem is bekend. Er moeten meer en nieuwe natuurgebieden komen die door ecologische corridors met elkaar zijn verbonden. De jacht moet beter worden gereglementeerd en overtredingen strenger bestraft. De natuurorganisaties en besturen die de nationale parken beheren, hebben hierover een actieplan uitgewerkt en regionale commissies opgericht. Het enige wat ontbreekt is een nationale coördinator die de problematiek op de agenda van de regering brengt.
„Er is wat vooruitgang, maar zonder een persoon die de verschillende instellingen coördineert en ervoor zorgt dat er geld op tafel komt, zal het erg moeilijk zijn de teloorgang van deze soort te stoppen”, zegt Lodeiro.
In Argentinië heeft de jaguar niettemin een grote symbolische waarde. Samen met de Zuidkaper (Eubalaena australis, een walvissoort) en twee hertensoorten, de Peruaanse en de Chileense Huemul (Hippocamelus antisensus en Hippocamelus Bisulcus) geldt hij als een van de vier ”nationale natuurmonumenten”. Een argument dat op de meeste boeren helaas weinig indruk maakt.
In het Braziliaanse Amazonewoud is de toestand minder dramatisch. Toch staat de jaguar op de rode lijst van de Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN) en in Appendix I van de Conventie over de Handel in Bedreigde diersoorten (Cites), wat de handel in jaguarproducten sterk aan banden legt.