Cultuur & boeken

Kiekjes van Heinz in bezet Nederland

Hobbyfotografie was een rage in het Duitsland van de jaren dertig. Vandaar dat menige Wehrmachtsoldaat die naar Nederland werd gestuurd in de Tweede Wereldoorlog een eigen camera had. En daarmee maakte hij zeker in de eerste jaren van de bezetting graag en veel kiekjes, afbeeldingen die het thuisfront moesten laten zien hoe het in Nederland beviel.

2 May 2007 13:34Gewijzigd op 14 November 2020 04:44
Duitse opmars in Nederland, mei 1940. Foto uit besproken boek
Duitse opmars in Nederland, mei 1940. Foto uit besproken boek

Tientallen van deze foto’s zijn gebundeld in het boek ”Heinz in Holland”, dat vrijdag bij de Nijmeegse uitgeverij Vantilt verscheen. Het boek bevat een gedeelte van de collectie, die onderzoeksjournalist Gerard Groeneveld voornamelijk via internetveilingen verzamelde. Het Rijksmuseum in Amsterdam en het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD) hebben al belangstelling getoond voor de amateurfoto’s wegens hun historische waarde, aldus Groeneveld.De legerleiding stimuleerde de amateurfotografie in hoge mate. Niet zelden werd een verdienstelijk hobbyist aangesteld als compagniesfotograaf. Vooral in de eerste oorlogsjaren ging het goed met de Duitse opmars, en dat moest worden vastgelegd. Daarom kwamen er eigen ontwikkelcentrales en fotowedstrijden.

Het ”Photofreund-Jahrbuch” van 1942 stelde zelfs dat de fotografie in oorlogstijd een missie had: „Juist in de strijd tegen het bolsjewisme is het lichtbeeld een documentair bewijsmiddel van alle gepleegde gruweldaden (…) door bolsjewistisch-joodse creaturen, dat voor de hele wereld van betekenis is. (…) En als het eenmaal zover is, dat de eindafrekening opgemaakt kan worden, dan bewijzen deze foto’s niet alleen de misdaden van de vijanden, maar slaan ze tevens als een knots op het geweten van alle sympathiserende of aan de kant afwachtende volkeren.”

Maar het maken van foto’s van wapens, uitrustingen, executies en eigen verliezen was streng verboden, zo schrijft Groeneveld. In de praktijk kwam er van censuur, zeker aan het oostfront, weinig terecht. Groeneveld: „Als ze konden, stonden de soldaten met hun lens het liefst bovenop de executies van joden of van vermeende partizanen. Een dergelijke sensatie wilden sommigen niet graag missen. Ook pesterijen zoals het afknippen van baarden bij joden, waren een geliefd thema voor de kiekende soldaten in Polen en Rusland.”

Toch werpen de kiekjes volgens Groeneveld een ander beeld op de eerste oorlogsjaren dan tot nu toe bekend was. „De onopgesmukte beelden van de gewone soldaten, die zich niet door propaganda of kunstzinnigheid lieten leiden, tonen vaak een authentiek beeld van de oorlog. Op hun foto’s niet het door het nazibewind gewenste oorlogsperspectief, maar hoe de soldaten zelf de oorlog zagen.” De foto’s doen denken aan vakantiekiekjes. „Echt gek is dit niet”, vindt Groeneveld. „In een tijd vóór het massatoerisme bood de Tweede Wereldoorlog jonge Duitse soldaten die vaak niet verder gekomen waren dan hun dorp of streek de gelegenheid landen en streken te zien die ze anders nooit te zien zouden krijgen. Ze verwonderden zich over alles wat vreemd en onbekend was en richtten de lens op typisch Nederlandse onderwerpen als molens, klompen, strand en Nederlanders in klederdracht of andere vaderlandse folklore.”

Duidelijk wordt dat de gemiddelde Duitse soldaat een vrij gemoedelijk leven leidde. Zo is er een plaatje van een soldaat in uniform op een ezeltje in de branding, dat ook de omslag siert. Een ander kiekte zijn vrienden aan het strand. Samen zingen bij de banjo, marcheren en sporten waren eveneens populaire foto-onderwerpen. De foto’s waarop Duitsers flirten met Hollandse ’vriendinnen’ geven -met de kennis van achteraf- een gevoel van plaatsvervangende schaamte.

Dat er weinig foto’s zijn van na 1942 komt volgens Groeneveld doordat de sfeer toen aanzienlijk grimmiger werd. Nederland verzette zich heftiger, de haat tegen de bezetter nam toe en de Duitsers leden grote verliezen op het slagveld. Maar de schrijver vermoedt ook een prozaïscher reden: door de oorlog raakten het fotopapier en de filmrolletjes op.

N.a.v. ”Heinz in Holland”, door Gerard Groeneveld; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2007; ISBN 978 90 77503 72 0; 160 blz.; € 22,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer