De onderzoekers van het Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR), de Radboud Universiteit in Nijmegen en de Universiteit Utrecht publiceerden hun bevindingen vrijdag in het wetenschappelijk vakblad New Phytologist.Groot verschil met de studie van vorig jaar is volgens Jan Verhagen van WUR dat de Nederlandse onderzoekers allemaal plantenkundigen zijn. „Wij kijken vanuit de plantenwereld en hebben daar unieke faciliteiten voor. We kweekten zes plantensoorten. Ondanks gevoelige meetapparatuur, waarmee we zelfs één methaandeeltje op een miljard andere deeltjes kunnen waarnemen, konden we geen noemenswaardige uitstoot van methaan meten.”

Methaan ontstaat bij de afbraak van organische stoffen onder zuurstofloze omstandigheden en is een veel krachtiger broeikasgas dan het bekende koolstofdioxide. „Niet voor niets kreeg het onderzoek van januari 2006 veel aandacht in de pers”, aldus Verhagen. „Als planten volgens dat onderzoek een belangrijke bijdrage zouden leveren aan de productie van dit gas, was het de vraag of de aanplant van bossen in de strijd tegen klimaatverandering wel het gewenste effect had.”

Toch kon Verhagen zich toen al niet voorstellen dat de wetenschap de methaanproductie door planten steeds over het hoofd had gezien. „Het resultaat dat de merendeels Duitse onderzoekers toen publiceerden, was zeer atypisch en ging tegen alle literatuur in.” Reden voor hem en zijn collega’s om het onderzoek onder de loep te nemen. „De Duitsers baseerden zich op één experiment, dat overigens goed in elkaar zat. Het is een heel gezonde wetenschappelijk praktijk om daar nog eens naar te kijken.”

Voor het verschil met het Duitse onderzoek heeft Verhagen geen verklaring. „Het raadsel waarom zich in bepaalde perioden grote hoeveelheden methaan boven tropische regenwouden bevinden, is nog steeds niet opgelost. De planten zijn in ieder geval niet de oorzaak. Ik denk eerder aan de natte bodem.”