Amerika telt bomaanslagen Irak niet mee
NEW YORK - Het nieuwe veiligheidsoffensief van Amerika in en om de Iraakse hoofdstad Bagdad is een succes, volgens officiële Amerikaanse bronnen. Het aantal slachtoffers is beduidend afgenomen, tenminste, als men de slachtoffers van bomaanslagen (autobommen, bermbommen) niet meetelt. En dat is precies wat Washington in de nieuwste statistieken achterwege laat.
President Bush legde woensdag in een PBS-tv-interview uit waarom de bomaanslagen niet meer worden meegenomen in de berekeningen. „Bomaanslagen zullen voorlopig onvermijdelijk blijken; als wij het succes van onze nieuwste strategie afhankelijk maken van het volledig elimineren van bomaanslagen, verklaren wij de overwinning in feite aan diegenen die dit soort aanslagen organiseren”, aldus Bush tegenover interviewer Charlie Rose.Niet iedereen is overtuigd van de juistheid van deze nieuwe rekenmethode. „Door bomaanslagen buiten beschouwing te laten, maak je de werkelijkheid mooier dan zij is. Dat is pure misleiding”, meent politiek analist Robert Hunter van de researchorganisatie Rand Corporation. Hij wijst erop dat bomaanslagen onder Iraakse burgers juist de meeste doden veroorzaken.
Het sektarische geweld in Bagdad is volgens de Rand Corporation wel gedaald. De organisatie gaat hierbij af op Iraakse cijfers. In de rest van Irak (behalve in het Koerdische noorden) is het sektarisch geweld daarentegen toegenomen. Het aantal bomaanslagen in heel Irak is de afgelopen maanden ook gestegen en Bagdad en omgeving vormen daarbij geen uitzondering.
Het zal nog wel even duren voordat Irak vrij is van bomaanslagen, volgens de Amerikaanse generaal David Petraeus, commandant van de coalitietroepen in Irak. Petraeus is momenteel in Washington, waar hij regering en parlement informeert over de laatste stand van zaken. Het zal volgens Petraeus „nog de nodige maanden vergen” voordat men met enige vorm van zekerheid kan zeggen of het nieuwste Amerikaanse veiligheidsoffensief daadwerkelijk concrete resultaten oplevert.
Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden heeft woensdag een resolutie aangenomen waarin president George Bush wordt opgedragen per 1 oktober een begin te maken met terugtrekking van de Amerikaanse troepen in Irak. De terugtrekking dient volgens het Huis zes maanden later te zijn voltooid.
De resolutie werd met een meerderheid van 218 tegen 208 stemmen aangenomen. Bush is faliekant tegen troepenterugtrekking en heeft laten weten zijn vetorecht te zullen gebruiken. Eerst moet de Senaat echter nog over de resolutie stemmen.
Het Huis is alleen onder de in de resolutie vervatte voorwaarden bereid akkoord te gaan met het plan van Bush om een extra 124,2 miljard dollar uit te trekken voor de oorlog in Irak en Afghanistan.
De overgrote meerderheid van de Democraten is voor terugtrekking. Slechts dertien Democraten stemden tegen de resolutie. Een nog grotere meerderheid van de Republikeinen staat pal achter Bush en is tegen. Twee Republikeinen stemden mee met de Democraten.