Twee P-51D Mustangs, een A-26 Invader, een Spitfire en een B-25 Mitchell: vliegtuignamen die bij doorgewinterde luchtvaartliefhebbers het hart sneller doen kloppen. Allemaal vliegen ze zaterdag, tijdens de groots opgezette show op vliegveld Lelystad. „Het zijn stuk voor stuk toestellen die naam maakten in de Tweede Wereldoorlog”, zegt Peter van de Noort van luchtvaartmuseum Aviodome. „We laten ze in hun element zien: vliegend.”

De Lelystad Airshow, die na een stilte van acht jaar weer plaatsheeft, moet de toeschouwers op de teentjes houden, meent Van de Noort. „Voor ons als museum is het een promotiemogelijkheid, omdat we volgend jaar een gloednieuwe vestiging openen in Lelystad.” De organisatie heeft er alles aan gedaan om een aantrekkelijk programma in elkaar te zetten. Zo verschijnt het Khalifa Jet Team, dat met vier straaljagers vliegt. De piloten maakten vroeger allemaal deel uit van de beroemde Patrouille de France, maar vinden in het Khalifa-team een bloedstollende vorm van vrijetijdsbesteding.

Toch had het allemaal veel mooier kunnen zijn als de Inspectie Verkeer en Waterstaat, de vroegere Rijksluchtvaartdienst, daar geen stokje voor had gestoken. Volgens Van de Noort werd de vliegshoworganisatie geconfronteerd met allerlei nieuwbedachte regels om de veiligheid te waarborgen. „Op zichzelf natuurlijk een nobel streven, maar wij vragen ons af of de opgelegde beperkingen zin hebben. Bovendien gaan de regels uit van wetgeving die pas in 2005 van kracht wordt.”

Van de Noort noemt als voorbeeld de eis dat een deelnemend toestel start vanaf vliegveld Lelystad. „Daardoor kunnen historische straaljagers als de Gloster Meteor en de Hawker Hunter niet komen, omdat de startbaan te kort is. Het is geen enkel probleem om ze van elders te laten komen, zonder dat ze hoeven te landen. Dat blijkt echter, in tegenstelling tot voorgaande jaren, niet te mogen.”

De beperking was niet de enige onverwachte tegenvaller voor de organisatie. De inspectie eist ook een minutenlange tussenruimte tussen ieder programmadeel, ten behoeve van de veiligheid. Van de Noort: „Daardoor verliezen mensen echter hun interesse.” De gemeente Lelystad maakte het echter nog bonter. Vóór twaalf uur mag de geluidsinstallatie niet gebruikt worden voor commentaar, om overlast te voorkomen op het vliegveldterrein. „Je kunt je werkelijk afvragen wie er op een vliegveld last heeft van luidsprekers”, gromt Van de Noort. „We moeten ons er echter bij neerleggen.”

Hoewel aan handen en voeten gebonden, betekent het volgens de organisator niet dat er weinig te beleven valt op de show. „Er zijn onderdelen verdwenen, maar we hebben die kunnen vervangen. We zijn ook nu nog in onderhandeling over de komst van straaljagers die hier wel kunnen landen. Bovendien is er enorm veel te zien op het gebied van hulpverlening. Politie, brandweer en traumahelikopter geven demonstraties en er komt een vliegtuig van Piloten Zonder Grenzen, een hulpverleningsorganisatie. Veiligheid staat centraal. Een ander unicum is het voorvliegen van tien Fokker S.11 lesvliegtuigen in één keer. Normaal gesproken zijn er dat maar vier tegelijk.”

Terwijl op de achtergrond vrachtwagens komen aanrijden met mobiele toiletten voor de vliegshowbezoekers, verklapt Van de Noort dat de vliegshow wat hem betreft een blijvertje is. „Het wordt de komende jaren het belangrijkste publieksevenement van luchtvaartmuseum Aviodome. Het moet een traditie worden, die tienduizenden bezoekers trekt.”