Geen twijfel
Ter gelegenheid van zijn veertigjarig jubileum hield de Evangelische Omroep vandaag een congres over het thema ”De verlegenheid voorbij”. De titel is ontleend aan een onderzoek naar geloofsbeleving dat de EO onder zijn achterban heeft gehouden.
Tien jaar geleden hield de omroep een vergelijkbaar onderzoek dat resulteerde in het rapport ”De boodschap en de kloof”. De uitkomst toen was dat er een grote en diepe scheiding bestond tussen hetgeen in de prediking verkondigd en dat wat door de gemeenteleden beleefd werd. Alom heerste twijfel. Het roer moest om. En de verwachting was dat velen via de poort van twijfel de kerk en het geloof vaarwel zouden zeggen.Uit het onderzoek dat woensdag is gepresenteerd, blijkt volgens de opstellers dat de twijfel niet heeft geleid tot een exodus van gelovigen. Integendeel, de leden van de EO zijn christenen met een sterke overtuiging die op dynamische wijze uitdrukking geven aan hun geloof. De twijfel heeft het dus afgelegd tegen het geloof. Bovendien zijn mensen strikter in hun opvattingen geworden. Zo is het percentage christenen dat de Bijbel van kaft tot kaft gelooft, toegenomen.
Een dergelijke uitkomst moet tot dankbaarheid stemmen, al is wel een minpuntje dat de christenen te weinig missionair betrokken zijn. Wat de buurman denkt en gelooft is zijn zaak. Iemand die vreemdeling is van de Bijbel en het christelijk geloof uitnodigen voor een kerkdienst, doet maar een klein deel. Men wil vooral de ruimte hebben om de eigen overtuiging te beleven.
Dat laatste sluit overigens prima aan bij het moderne denken. Ieder moet de de kans hebben zijn eigen opvattingen naar eigen goeddunken te beleven, maar de ander moet die ook hebben. De zorg voor elkaar is maatschappelijk gezien afgenomen en dat manifesteert zich ook op het terrein van de kerk.
Fundamenteler is de vraag naar de inhoud van het geloof. Moderne christenen zien God als Iemand die een goede vriend is. Hij zorgt ervoor dat de mens gelukkig is. Daar mag men Hem aan houden. Zo willen veel christenen op God vertrouwen. Hij is Degene Die zorgt voor een goede sfeer, voor geluk, voor welzijn. „God is mijn beste maatje” met Wie je als vriend mag omgaan.
Het is onmiskenbaar dat God zorgt voor het goede. Hij doet onverdiend Zijn zon opgaan over bozen en goeden. En het is een groot voorrecht als men door het geloof mag weten en ervaren dat Hij als Vader voor Zijn kinderen zorgt.
Maar er is ook een andere zijde. En die is blijkens het EO-onderzoek volledig op de achtergrond geraakt. Hij is ook de Heilige, Die een ontoegankelijk licht bewoont voor Wie geen mens kan bestaan. Die zo heilig is dat de engelen hun aangezicht bedekken wanneer zij tot Hem naderen. Hij is ook Degene die geen gemeenschap kan hebben met zondige mensen. Hij is niet allereerst de geluksbrenger Die op afroep helpt, maar degene Die recht heeft op ons leven en eist dat mensen Hem volkomen gehoorzamen. Wanneer dat aspect uit het oog wordt verloren, versmalt het Godsbeeld. Zo is men weliswaar de twijfel voorbij, maar is een beeld geschapen naar eigen gedachten.
Die ontwikkeling blijft overigens niet beperkt tot de evangelische beweging die een belangrijk deel van de EO-achterban uitmaakt.
Die versmalling is er eveneens binnen reformatorische kring. Ook daar neemt het besef af dat God de Heilige is, Die overaltegenwoordig is, Die alles ziet en hoort en met Wiens regering en wetten ieder mens heeft te rekenen. Daarom is het gebed of aller ogen opengaan onmisbaar, zodat alle christenen en niet-christenen zich bewust worden van de majesteit van God, Die het leven van ieder mens opeist. Want dat is buiten twijfel de klem van ons leven.