Opnieuw tbs geëist in moordzaak Katendrechtse Hoofd
Advocaat-generaal Y. Kruyer heeft donderdag voor het gerechtshof in Amsterdam tbs met dwangverpleging geëist tegen de 25-jarige Rotterdamse G.D.
Volgens de aanklaagster is bewezen dat de vrouw eind november 1998 haar 45-jarige stadgenoot Klaas de Geus door middel van verwurging heeft gedood. D. volhardt in haar ontkenning.
De zaak was eerder onder de rechter in Rotterdam en, in hoger beroep, in Den Haag. Ook daar kreeg D., die lijdt aan een ernstige psychiatrische stoornis, wegens doodslag de tbs-maatregel opgelegd. De Hoge Raad verwees de zaak uiteindelijk naar het hof in Amsterdam.
Het lichaam van De Geus werd gevonden in zijn auto, die was geparkeerd op het Tweede Katendrechtse Hoofd in Rotterdam. Om zijn nek was een sjaal gedraaid en vastgeknoopt. In de auto trof de politie spullen die aan D. - een bekende van het slachtoffer - bleken toe te behoren. De politie arresteerde haar en haar vriend kort daarop. De vriend ging vrijuit, want hij beschikte over een alibi.
De zaak blijft, ook na behandeling van de feiten door het Amsterdamse hof, omgeven met raadselen. Bruikbare technische sporen, zoals vingerafdrukken, zijn niet gevonden. Ook was er geen enkel spoor van een worsteling te ontdekken. Verdachte D. lijkt bovendien geen enkel motief te hebben.
Aanklaagster Kruyer zei niettemin dat zij in het dossier geen andere dader kan ontwaren dan D. De vrouw heeft erkend dat zij in de bewuste nacht bij het slachtoffer in de auto heeft gezeten. Volgens D. heeft zij De Geus levend in de auto achtergelaten. Waarom zij haar bezittingen in de auto heeft laten liggen, heeft zij niet kunnen ophelderen.
Volgens haar advocaat Ong Sien Hien kan D. het misdrijf niet hebben gepleegd. De vrouw was kort voor de moord door middel van een keizersnede bevallen van een zoon. Zij is klein van stuk. Het slachtoffer was 1.96 meter en woog bijna honderd kilo. Deze aanzienlijke fysieke verschillen en de broze gezondheidstoestand van D. maken de vrouw ongeschikt als dader, aldus de raadsman. Volgens hem bestaat de bewijsvoering tegen D. uit „een aftelsom, waarbij D. uiteindelijk overblijft.” Het ontbreken van sporen van verzet maken het bovendien waarschijnlijk dat het slachtoffer buiten zijn auto is gedood, meent Ong Sien Hien.
Donderdag betoogde D. nogmaals dat zij onschuldig is. Een eerder gedaan, emotioneel appèl van de nabestaanden aan D. om openheid van zaken te geven, bleef zonder gevolg. D., die bijna vier jaar in voorlopige hechtenis zit, uitte voor het hof de hoop zo spoedig mogelijk met haar zoontje herenigd te kunnen worden.
Het hof doet uitspraak op 12 september.