Kerk & religie

Koudwatervrees in gesprek met PKN”

LUNTEREN - In het oecumenisch gesprek tussen de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en de kleine gereformeerde kerkgenootschappen is sprake van koudwatervrees. Dat stelde de Nederlands gereformeerde predikant dr. A. van der Dussen vrijdag tijdens de generale synode van de PKN in Lunteren.

Kerkredactie
20 April 2007 21:46Gewijzigd op 14 November 2020 04:43

Dr. Van der Dussen, lid van de raad van advies voor het gereformeerd belijden van de PKN, ging in op de relatie tussen de Protestantse Kerk en de „kleine oecumene” - de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken.„De pluriformiteit van de PKN geeft veelkleurigheid aan de kerk”, aldus dr. Van der Dussen, „maar ook ruimte aan onzekerheid over de fundamenten van het christelijk belijden. Bij de kleine gereformeerde kerken geeft dat bevreemding, een zekere gereserveerdheid.”

Toch is van kleurloosheid binnen de PKN geen sprake, vindt hij. „U wilt kerk zijn van het Woord, staan voor de levensveranderende Boodschap van het Evangelie. Vertrouwd voor ons is dat u wilt uitgaan van de Naam boven alle namen, de Heere Jezus. De koudwatervrees zal misschien niet meteen verdwijnen, maar bij ons leeft het verlangen elkaar beter te leren kennen en op plaatselijk niveau meer samen te werken.”

tussenkop (u16(Gespreksnotitie

Dr. Van der Dussen was een van de gastsprekers op de generale synode van de PKN, die gisteren een gespreksnotitie behandelde over de relatie met andere kerken. De synode neemt daarover in november een definitief besluit.

In de gespreksnotitie constateert de directie van de Dienstenorganisatie van de PKN dat de kerk niet ontkomt aan een zeker verschil in de innigheid van de relaties. De PKN heeft een oecumenische relatie met ongeveer 75 kerken in het buitenland. De organisatie denkt dat de kerk afspraken over het beroepen van elkaars predikanten en het bezoek aan elkaars synoden voortaan beter kan beperken tot kerken in Nederland, België en Duitsland waarmee zij een associatieovereenkomst of iets soortgelijks heeft.

Voor het eerst sinds het ontstaan van de Protestantse Kerk in 2004 sprak een rooms-katholieke bisschop de synode toe. Mgr. J. G. M. van Burgsteden, hulpbisschop van Haarlem en binnen de Nederlandse bisschoppenconferentie belast met de oecumene, noemde de verdeeldheid van de kerken een schandaal. Hij stelde echter vast dat zij het op een aantal „niet te onderschatten punten” eens zijn, zoals over de wederzijdse dooperkenning en de verklaring over de rechtvaardigingsleer.

In een geseculariseerd Nederland wordt geestelijke eenheid steeds belangrijker, aldus Van Burgsteden. „Is de tijd niet rijp om explicieter te getuigen van de hoop die in ons leeft? De vraag is of christenen de moed hebben om te spreken. Gezien de resultaten van het rapport ”God in Nederland” is de tijd ook meer dan rijp. En wint dat getuigenis niet gigantisch aan kracht wanneer het gezamenlijk klinkt? De missionaire oecumene is er op gericht dát te bereiken.”

tussenkop (u16(Stagnatie
Ds. Ineke Bakker, algemeen secretaris van de Raad van Kerken in Nederland, ziet echter een stagnatie in de oecumenische gesprekken tussen de PKN en de Rooms-Katholieke Kerk. „Pijnpunten” op de agenda zijn volgens haar vooral de eucharistie en de ambten. Winst is er vooral op plaatselijk niveau, waar kerken samenwerken in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), in godsdienstonderwijs op openbare scholen en bij gezamenlijke diensten en vieringen.

Ondertussen blijft het oecumenisch gesprek hard nodig, aldus ds. Bakker. „De samenleving maakt geen onderscheid meer tussen rooms-katholiek en protestants, laat staan tussen de protestantse kerken onderling. Hoe eensgezinder we zijn, des te geloofwaardiger is ons getuigenis van Christus als Heere en Redder.”

Een van de doelen van de gespreksnotitie is ook een nauwere samenwerking met de migrantenkerken in Nederland. P. Sleebos, algemeen voorzitter van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten, vraagt zich echter af of de PKN zich realiseert dat de meeste migrantenkerken „pentecostaal” zijn. „Ligt het dan niet voor de hand om ook de banden aan te halen met de evangelische en pinkstergemeenten?”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer