Geen nieuwe kerk, maar kanselruil
In Putten werd donderdag een bijeenkomst gehouden van het Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte. Dr. C. A. van der Sluijs ervoer er een bijzondere eenheid over de kerkmuren heen. Hij pleit voor meer kanselruil tussen kerken.
Donderdag vond in Putten de COGG-conferentie plaats. Sprekers waren prof. dr. G. van den Brink en prof. dr. A. Baars. We bezonnen ons over de prediking, die enerzijds in een crisis verkeert en die anderzijds de enige medicatie blijkt te zijn in de huidige geestelijke malaise van de kerk in ons land. Mij trof de geestelijke intonatie van beide lezingen, die indrukwekkend op elkaar afgestemd bleken te zijn. Een en ander leidde tot één harmonieus geheel.De onderlinge verbondenheid in de wandelgangen miste elke kerkelijke hoogdravendheid. Op zich een verademing die een belofte inhoudt. Welke precies valt niet te definiëren of te profileren, maar het heeft wel alles van doen met de beloften van God.
Ik heb me afgevraagd wat daar op die conferentie nu eigenlijk gebeurde en in hoeverre dit Contact Orgaan van de Gereformeerde Gezindte nu eigenlijk beantwoordt aan zijn doelstellingen. Onderlinge herkenning en toenadering, die ondertussen niet kerkelijk vertaald worden.
Niet één kerk
Laat ieder één reformatorische kerk in Nederland voor altijd vergeten. Deze eventuele wensdroom van kerkelijke romantici breekt stuk op de werkelijkheid, die zo ongeveer gelijkstaat aan onze hedendaagse kerkelijkheid van beneden af. Al dat menselijke maakwerk leidt tot evenzoveel breekwerk. Kerkelijke opgeblazenheid die tot uitdrukking komt in het opblazen van theologische en kerkordelijke verschillen en geschillen is zonder meer godgeklaagd. Daar is eenvoudigweg niks van God bij.
Kerkelijke vereniging zonder schuldbelijdenis is een verhulde belijdenis van het geloof in eigen kerkelijke kracht en daarbijbehorende macht. God blaast erin al blijft de zaak voor het menselijk oog overeind staan. Dat God erin blaast komt daarin tot uitdrukking dat het blazen van de Geest kerkbreed nauwelijks meer wordt gehoord. Want dit kan ook niet. Eenvoudig omdat men genoeg heeft aan eigen kerkelijke tuin, waar men min of meer exotische planten kan kweken naar eigen inzicht en eigen smaak. Als de Geest deze hof zou gaan doorwaaien zou hij binnen de kortste keren allerlei heggen, afscheidingen en muren omver waaien.
Dit wilde ik maar zeggen en waar men dit niet wil zeggen daar heeft men niets van de katholiciteit van de Kerk der eeuwen. Ondertussen wordt hier dan wel een nerf van het kerk-zijn geraakt die wel leiden moet tot algehele of gedeeltelijke verlamming. Het aanleggen of onderhouden van een eigen kerkelijke tuin is inmiddels al lang door de huidige ontwikkelingen ingehaald en is alleen maar bewijs van een volkomen achterhaald bezig zijn. Mogelijk houden we ons zelf aangenaam bezig tot eigen stichting en onderling vermaak Maar God is hier niet mee bezig. Dit is het meest aangrijpende van dit hele gebeuren.
Als de oudtestamentische profeten of de nieuwtestamentische apostelen vandaag door onze kerkelijke optrekjes zouden wandelen dan zou er geen steen op de ander blijven. Om maar te zwijgen van een persoonlijk optreden van Jezus zelf. Een gesel van touwtjes zou genoeg zijn om onze kerkelijke uitstallingen met bijbehorende zakenlieden voor altijd en eeuwig te verdrijven.
Ondertussen doet het merkwaardige en gedenkwaardige feit zich voor dat genoemde profeten en apostelen en vooral Christus zelf ook vandaag nog voorbij komen. Maar dan uitsluitend in de prediking van het Woord van God. En dát was de herkenning op de COGG-conferentie in Putten. Alle sektarisme en kerkelijk exclusivisme verdwijnt waar de katholiciteit van het Woord wordt gehoord en verwoord. Want waar het Woord is, daar is de Kerk. Dit zeiden Luther en Calvijn al. Sterker, dit leert de Schrift zelf.
Vervolg
In alle verscheidenheid en bescheidenheid was er sprake van een sluimerende en tegelijk ontwakende katholiciteit die alleen maar gevonden en beleden kan worden door en in de ene algemene christelijke kerk. Als het COGG zichzelf niet wil overleven dan dient een en ander een gevolg en vervolg te hebben. Niet door een nieuwe kerk te stichten of kerken te verenigen want dit is hetzelfde als Gods werk ontwrichten dan wel God voor de voeten lopen, waarbij we de kans lopen door Hem vertreden te worden tot in verre geslachten. Maar het COGG dient een vervolg te hebben door het thema dat aan de orde was te actualiseren en de praktiseren.
Laat de prediking zoals aan de orde gesteld door de beide referenten van verschillende kerkelijken huize nu eens haar eigen gang gaan, dat wil zeggen Gods gang! En dan pleit ik voor kanselruil van Godswege en kanselopening voor dienaren van het Woord in de ene algemene christelijke kerk. Wat zal dat een kerkelijke verademing zijn als de Geest niet langer kerkelijk geblokkeerd wordt en dienovereenkomstig noodzakelijkerwijze stagneert. Want God is echt te groot om Hem te houden binnen de perken van onze kerken. En laten we dan in deze uiterste kerkelijke kwetsbaarheid eens zien wat God doen zal degenen die op Hem wachten. De oude vromen zeiden het al: God werkt over kerkmuren heen.
De auteur is hervormd emeritus predikant.