Thuis best
Ze nemen toe in aantal, de thuiswerkers. De een woont ver van kantoor, een ander krijgt een sik van de nooit aflatende rij files, een derde wil metterdaad de CO2-uitstoot verminderen of de zorg voor de kinderen combineren met zijn baan.
Zo’n 78 procent van de bevolking verwacht in de toekomst meer thuis te gaan werken. Werkgevers dragen in veel gevallen zorg voor pc, internetaansluiting en inlogmogelijkheid op het bedrijfsnetwerk. Voor het eventueel aanschaffen van bureau en stoel moeten de meesten zelf opdraaien. Wellicht gaat dat in de toekomst veranderen, nu het gerechtshof in Amsterdam onlangs oordeelde dat werkgevers eigenlijk verantwoordelijk zijn voor een arboconforme werkplek thuis.Het gevoel van vrijheid lijkt het grootste pluspunt in de ogen van de thuiswerker. Wie vanuit huis arbeidt, heft de grens tussen wonen en werken bewust op; even e-mail checken kan gewoon aan de keukentafel, een opdrachtje uitwerken lukt best met een kind op schoot. Maar voor klussen die écht concentratie vragen is vaak wel een aparte ruimte in huis ingericht.
Als het om contact met collega’s gaat, prefereren de meeste thuiswerkers toch een lijfelijke ontmoeting. E-mail, internet, telefoon en virtuele werelden ten spijt. Vergeet dus niet af en toe naar kantoor te komen.
Zacht muziekje
Hendrik Blokhuis, Zeewolde. Technisch directeur bij Cisco.
„Eigenlijk werk ik elke dag vanuit huis. Het gebeurt regelmatig dat ik pas na de file naar kantoor of afspraken rijd. Ik vind dat prettig, stem mijn werkzaamheden af op de plaats waar ik ze uitvoer. Het kantoor krijgt bij zo’n aanpak een andere functie: daar voer ik overleg en spreek ik collega’s, thuis doe ik de klussen die concentratie vragen. We stimuleren thuiswerken bij Cisco. Onze medewerkers krijgen hun opdrachten; waar, wanneer en hoe ze die uitvoeren is hun eigen verantwoordelijkheid. Als die maar op tijd af zijn. Zo’n aanpak vraagt vertrouwen en een bepaalde instelling, we selecteren onze medewerkers daar ook op. Het grootste deel van mijn tijd werk ik in een aparte kamer. Mijn laptop en netwerkaansluiting zijn van Cisco, het meubilair van mezelf. Ik heb een ruim bureau dat redelijk leeg is, er liggen alleen een pen en wat papier. Meer heb ik niet nodig. Ik vind het belangrijk een aparte kamer te hebben waar ik eventuele gevoelige gesprekken kan voeren, maar ik zit ook wel eens op de bank met mijn zoontje van vijf, of aan de eetkamertafel met een zacht muziekje op de achtergrond. Net waar ik zin in heb. Om bijvoorbeeld e-mail te checken hoef ik niet per se in mijn kamer te zitten. Thuiswerken hoeft trouwens niet te betekenen dat ik ook daadwerkelijk thuis zit. Pas werkte ik op Schiphol en laatst zat ik in de tuin, maar dat ging niet zo goed. Door de zon zag ik niets meer op mijn scherm.”
In alle rust
Anja Boerman, Lopik. HR-adviseur bij Rabobank Nederland.
„Ik werk niet structureel thuis, maar wanneer het mij goed uitkomt. Soms een paar weken niet, dan weer eens een dag of dagdeel. Als ik me even wil concentreren, vind ik het fijn om me af te kunnen zonderen. En soms moet ik thuis zijn voor mijn twee kinderen. Mijn werkkamer grenst aan de woonkamer, maar ik kan zo even de deur dichttrekken en in alle rust aan de slag. Mijn functie brengt niet zo veel papierrompslomp mee, dus ik heb geen groot bureau nodig - mijn pc staat gewoon in een computerkast. Nee, ik heb geen meubilair van m’n baas. Dat vind ik onzin. Als je ervoor kiest thuis te werken, moet je ook zelf zorgen voor goede spullen. Dat is je eigen verantwoordelijkheid. Al ben ik geen structurele thuiswerker, ik vind het heerlijk dat het kán, dat ik die vrijheid heb. Ik kan gemakkelijker schuiven met tijden, ’s avonds even mijn mail checken. Wanneer ik wat doe, maakt niet zo veel uit. En mijn klanten hebben toch niet door of ik thuis zit of op kantoor. Op kantoor werken we in een kantoortuin, soms is dat best rumoerig. Maar helemaal thuiswerken zou ik niet willen, dat lijkt me ondanks alle moderne communicatiemiddelen toch een vrij eenzaam bestaan.”
Geen hele week
Maarten Kuenen, Heemstede. Productmanager bij Siemens VDO.
„Ik werk thuis vanwege de afstand tussen mijn woonplaats en het kantoor in Eindhoven. Gemiddeld zo’n twee dagen per week. Ik vind het erg prettig, kan me thuis beter afsluiten voor mijn omgeving. Op kantoor gebeurt zo veel. Mijn werkwijze is niet wezenlijk anders dan op kantoor. Om acht uur gaat de computer aan, ik log in op het netwerk en ga aan de slag. Ik heb niet veel ruimte nodig om m’n werk te doen, alles wat ik nodig heb, past in mijn laptoptas. Alle faciliteiten krijg ik van m’n baas: computer, telefoon, netwerkaansluiting. Voor mijn bureau en stoel heb ik zelf gezorgd. Ja, ik kan me wel voorstellen dat een werkgever daar verantwoordelijk voor zou moeten zijn. Als iemand op een krukje zijn werk moet gaan zitten doen en niet de middelen heeft om goede spullen aan te schaffen, vind ik dat een zaak voor de werkgever. Thuis ben ik efficiënter. Op kantoor zit ik met twee andere collega’s op een kamer, da’s niet altijd even rustig. Desondanks wil ik geen hele week thuiswerken, het kantoor heeft ook weer zo z’n voordelen: als ik acuut iets moet bespreken met een collega, loop ik liever even binnen. Daar kan geen e-mail tegen op.”