Zeven
Moslimrebellen onthoofden zeven christenen in de Zuid-Filipijnse provincie Jolo. Nog maar net bekomen van de schrik die de moord op drie Turkse christenen deze week teweegbracht, worden we vrijdag geconfronteerd met alweer een meervoudige moord op christenen, dit keer in de Filipijnen.
Aangrijpend is vooral het theatrale karakter van de moorden. Zo werden de zeven burgers door onthoofding om het leven gebracht. En ten slotte is er dat aantal, zeven. Bepaald geen neutraal getal voor wie thuis is in de Bijbel.Toch is het juist vanwege dat theatrale goed om nuchter te blijven bij het lezen van dit bericht. Abu Sayyaf, de terreurbeweging die wordt verdacht van de moorden, doet al zestien jaar niets anders dan mensen ontvoeren, daarvoor losgeld vragen, en bij het niet-inwilligen daarvan zijn slachtoffers onthoofden.
Abu Sayyaf werd in 1991 opgericht als militante afsplitsing van het meer gematigde Moro Islamitische Bevrijdings Front (MNLF), die ernaar streeft om van het overwegend islamitische zuiden van de Filipijnen een onafhankelijke staat te maken.
Als tegenzet voor dit streven hebben de Filipijnse regeringen in het verleden een bewust migratiebeleid gevoerd, waarbij rooms-katholieke burgers uit het noorden werden overgeplaatst naar het zuiden. Dat lijkt beschaafd en redelijk, maar het is in feite niets anders dan onschuldige -en vooral arme- burgers inzetten als menselijk schild in de strijd tegen separatisten.
Inmiddels is de MILF bereid tot overleg met de regering in Manilla; Abu Sayyaf wil echter van geen dialoog weten, en dat is niet verwonderlijk voor een beweging die voornamelijk bestaat uit bandieten en wier leiders bizarre namen dragen als Commandant Robot, Hector en Khaddafy.
Dat neemt niet weg dat de groep de afgelopen jaren voor veel bloedvergieten heeft gezorgd. Zo kwamen bij een aanslag in 2004 op een veerboot in Manilla 116 onschuldige burgers om. Zorgwekkend is ook dat de groep banden onderhoudt met de Zuidoost-Aziatische terreurbeweging Jemaah Islamiyah en met het wereldwijde netwerk van al-Qaida.
Dit toch al dodelijke mengsel van terreurbewegingen kreeg in de Filipijnen onlangs versterking toen de RSM, de Rajah Solaiman Beweging, zich bij Abu Sayyaf aansloot. De RSM is een radicale vleugel van de Filipino Balik Islam, die voornamelijk bestaat uit tot de islam bekeerde rooms-katholieken. De Filipijnen mogen dan ver van Nederland liggen, als geen ander weten Nederlanders met welk venijn ex-christenen hun voormalige geloofsgenoten verbaal neerschieten.
Maar Abu Sayyaf is de afgelopen maanden zelf onthoofd. Met de dood van de leiders Khaddafy Janjalani en Abu Solaiman, is de beweging in feite zelfs stuurloos geworden, en om die reden naarstig op zoek naar nieuw leiderschap.
Het lijkt erop dat daarmee de intensieve steun die het Filipijnse leger krijgt van de Amerikaanse strijdkrachten zijn vruchten begint af te werpen.
Of een gevoel van triomf terecht is, valt evenwel te betwijfelen. Dat men er na zestien jaar nog niet in geslaagd is om Abu Sayyaf uit te schakelen, maakt bescheiden, en wijst op taaie weerstand die gevoed wordt door minder grijpbare bronnen. Een ervan is de steun die Abu Sayyaf heeft onder de arme moslimbevolking in het zuiden. Een bevolking die zich miskend voelt door het noorden. Vandaar dat, net als aan dat andere oorlogsfront, Afghanistan, er ook in de Filipijnen steeds vaker gesproken over de ”hearts and minds” die moeten worden ingewonnen.
Laat dat in de Filipijnse context dan meer zijn dan het uitdelen van snoepjes. De christelijke elite in het noorden van dit land zou moeten weten dat oprechte betrokkenheid bij en dienstbaarheid aan de armen bij uitstek geschikt is om harten in te winnen.