„Eenheid beste middel tot zending”
BELLEY - De oproep aan de christenen om de eenheid van de Vader met de Zoon naar de wereld uit te stralen in onderlinge verbondenheid, maakt ons verlegen, zeker als we de praktijk van separatisme onder gereformeerde christenen in ogenschouw nemen.
Dat stelde ds. Nicolas Farelly donderdag op de ”Colloque biblique francophone”. Ds. Farelly vervolgde in het Franse Belley zijn serie lezingen over Johannes 17. „Uit het hogepriesterlijke gebed blijkt dat Jezus terdege weet hoezeer Zijn discipelen geneigd zijn de band tussen Christus en de Vader te verbreken en hoe ze in staat zijn ook de onderlinge band te verbreken. Daarom is deze bede tot eenheid van onschatbare waarde.”De in Parijs wonende predikant is bezig met een proefschrift over de bijzondere plaats en de betekenis van de discipelen in het evangelie van Johannes. Daarnaast heeft ds. Farelly een leeropdracht aan de Vrije Gereformeerde Theologische Faculteit te Aix-en-Provence.
De discipelen, hoewel ze in Jezus geloven, begrijpen nog heel weinig van Zijn onderwijs, stelde ds. Farelly. „Toch staan ze vlak voor de grote taak het werk van Christus voort te zetten door een wereldzending te beginnen. Jezus’ laatste rede moet de zwakke en moeizaam lerende discipelen toerusten. Hun neiging tot falen staat Jezus niet in de weg de wederzijdse betrekkingen tussen de Vader en Zoon op hen toe te passen.”
Zoals de grote Zender Jezus in de wereld zond, zo worden de discipelen gezonden en de na hen komende generaties. „Omdat wij net zo zwak zijn, hebben we dit gebed om bewaring broodnodig. Vijand nummer één van de kerk is niet de wereld, maar de boze. Daarom mogen wij niet uit de wereld, maar worden wij in de wereld gezonden om getuigen van de waarheid te zijn. Christus houdt van Zijn Kerk ondanks haar verkeerdheid en zwakheid. Zonder dit bijzondere gebed was de christelijke kerk al lang ten onder gegaan.”
Jean-Paul Dunand, gepensioneerd ziekenhuisdirecteur uit Parijs, hield twee lezingen over ”creationisme versus evolutionisme”. Volgens Dunand voldoet het creationisme aan alle eisen van wetenschappelijkheid, terwijl de evolutietheorie gegrond is op louter speculatieve veronderstellingen. Dunand vindt het jammer dat nog zo veel theologen en christenwetenschappers het boek Genesis opvatten als poëzie of als een boek vol symboliek. „God kan in Zijn schepping interveniëren. In de onderhouding van de schepping is Hij ononderbroken actief door de scheppingsordening te bewaken. Deze voortdurende werkzaamheid is wetenschappelijk traceerbaar.”
Ds. Farelly voltooide vrijdagmorgen zijn serie over Johannes 17. In de verzen 22 tot 26 wordt, aldus ds. Farelly, het „in Christus zijn” gezien als de basis van de eenheid. „Dit deelhebben aan Christus is beslissend voor de zending. Eenheid is het missiologische middel bij uitstek. Die wederzijdse verbondenheid met de Vader en de Zoon culmineert tenslotte in het deelhebben aan Zijn glorie in de toekomst.”
De Montaubanse predikant, ds. D. Brienen, sloot vrijdagmorgen de Colloque af met het tweede deel van zijn lezing ”De bekering en de integratie van de pasbekeerden”. Ds. Brienen legde uit dat goed onderwijs het beste middel is om pasbekeerden bij het gemeenteleven te betrekken, zoals Christus in het slothoofdstuk van Matthéüs zegt: „Maakt ze tot Mijn discipelen”.
„Zij moeten Christus volgen. Men moet hen bereid zien te maken tot navolging, niet uit moeten, maar van harte. Zij moeten leren dat christen-zijn ook betekent: het eigen kruis dragen. Dat kan alleen door een persoonlijke band met Christus. Maar dat doen ze niet alleen. Zij leren dan ook te leven in de christelijke gemeente.”