Dat schrijft oud-CDA-Kamerlid Sytze Faber in het boek ”De wet van de koestal”, dat donderdagmiddag in Beetsterzwaag is gepresenteerd. Faber had toestemming van de ChristenUniefractie om van augustus tot februari de fractievergaderingen en de besprekingen van het CU-formatieteam bij te wonen. In het boek doet hij verslag van zijn ervaringen.Faber schrijft dat het voor de toekomst van de ChristenUnie „cruciaal” is hoe Rouvoet het als bewindspersoon doet. „In zijn vroegere (werk)omgeving is niet iedereen er helemaal gerust op”, zo concludeert Faber, die van 1977 tot 1985 lid was van de Tweede Kamer.

Volgens de critici zou Rouvoet een aantal eigenschappen hebben die hem minder geschikt maken als minister: „Workaholic, controlfreak, slecht kunnen delegeren, (nog) geen eelt op de ziel en zeker niet in de wieg gelegd als manager.”

Faber, die voor hij in de Kamer kwam, hoofdredacteur was van het Friesch Dagblad, onthult in het boek dat de huidige CU-fractievoorzitter, Slob, die Rouvoet twee maanden geleden opvolgde, al in 2005 de leiding van de fractievergaderingen heeft overgenomen. Onder Rouvoet zat er „te weinig schot en structuur in.”

Faber stelt dat er wel het „een en ander tegenover” de kritiek staat. Rouvoet bezit „een scherpe juridische geest”, hij onderkent zijn zwakke punten, hij heeft een „uitzonderlijke politieke intuïtie, die politieke raspaarden kenmerkt” en hij „communiceert gemakkelijk zijn samenhangende en gefundeerde meningen.”

Verder is hij een geducht debater en wil hij de boodschap van het Evangelie in de praktijk brengen. „Het leidt tot een politieke gedrevenheid die zeldzaam is geworden”, oordeelt Faber.

PvdA-leider Bos blijkt de beslissende duw bij de totstandkoming van de CDA/PvdA/CU-coalitie gegeven te hebben.

Faber vindt dat de ChristenUnie goed uit het formatieproces is gekomen.