Genève hield burgers goed in de gaten
SOUTH BEND - Het was opvallend dat de drie lezingen op de tweede dag van het congres van de Calvin Studies Society min of meer met hetzelfde thema te maken hadden: de vraag hoe in de tijd van Calvijn en kort daarna de verhoudingen waren tussen calvinisten en rooms-katholieken. Zij konden elkaar in de praktijk immers niet ontlopen.
Karen Spierling, professor aan de Universiteit van Louisville, presenteerde haar nieuwe onderzoeksproject. Zij wil helderheid krijgen hoe de gereformeerden in Genève geprobeerd hebben om hun stad zo reformatorisch mogelijk te houden, terwijl ze bij elke grensovergang te maken hadden met rooms-katholieke buren.Al voordat Calvijn zijn invloed in de stad kon laten gelden, had de overheid in de tijd van de hervorming van de stad, in 1536, de wet uitgevaardigd dat inwoners van Genève niet buiten de stad mochten doen wat binnen de stad verboden was. Daarmee werd waarschijnlijk vooral gedoeld op diegenen die nog steeds gebruik wilden maken van de mis, die binnen de stad verboden was.
Hoe meer men in de jaren van Calvijn probeerde om de hele stad zo zuiver mogelijk te laten leven naar het Woord van God, des te meer was men argwanend als burgers op reis gingen naar andere steden, waar ze via handelscontacten en familiebanden nog steeds volop in aanraking kwamen met roomse praktijken. Wellicht zouden ze de verkeerde invloeden bij terugkeer meenemen binnen de stad.
Toch moest er vanwege de handel ook een zekere vrijheid zijn in contacten. Dit stond vaak op gespannen voet met de afscherming die men beoogde. Reizigers werden goed in de gaten gehouden en moesten min of meer toestemming hebben om eropuit te gaan. De notulen van de consistorie laten zien dat het nogal eens voorkwam dat mensen die over de grenzen van Genève keken de waarde van de reformatie in eigen stad relativeerden, tot zorg en ergernis van kerk en overheid.
Jill Fehleison van de Quinnipiac Universiteit sprak over de pogingen die na de dood van Calvijn ondernomen werden om Genève weer terug te brengen in de schoot van de moederkerk van Rome. Een centrale figuur daarbij was de bisschop van Annecy, Fransciscus de Sales. Via gesprekken probeerde hij Theodorus Beza, de opvolger van Calvijn, te overtuigen. Geruchten werden zelfs verspreid dat de pogingen succes hadden, en dat Beza weer tot Rome was teruggekeerd, wat geenszins het geval was.
Interessant was ook het verhaal van Charles Parker van de Saint Louis University. Hij is deskundige op het gebied van de geschiedenis van de Nederlandse Reformatie. Zijn lezing ging over de manier waarop de kerk van Rome probeerde om te overleven in een tijd waarin de heersende macht in de Nederlanden het roomse kerkelijke leven zo goed als onmogelijk probeerde te maken. Hij wees erop dat er in de roomse kerk in de Nederlanden een schrijnend gebrek was aan ambtelijke structuren en dat ze vooral moest drijven op de kracht van de leken. Dat werd bepalend voor de toekomst van de kerk van Rome in de lage landen aan de zee.
In de discussie kwam nog aan de orde dat in vergelijking met de vervolgingen die andere landen kenden de roomsen niet zo hard werden aangepakt, terwijl ze toch vanwege hun bewieroking van voor gereformeerden vijandige krachten niet direct als loyale burgers konden worden beschouwd.
Tijdens de ”businessmeeting”, waarin de lopende zaken van de Calvin Studies Society aan de orde kwamen, werd een inventarisatie gegeven wat er in Amerika te verwachten valt ten aanzien van het vijfhonderdste geboortejaar van Calvijn in 2009. Het lijkt erop dat het colloquium van de Calvin Studies Society, dat de volgende keer in 2009 vergadert in Grand Rapids, het enige grote congres is op het Amerikaanse continent in het herdenkingsjaar. De meeste internationale activiteiten vinden in Genève plaats.
Vandaar dat men wegen zoekt om dit congres een breder karakter te geven dan het gewoonlijk heeft, zodat niet alleen wetenschappers maar ook andere belangstellenden geïnteresseerd kunnen worden. Daarbij wil men vooral de aandacht geven aan mythe en werkelijkheid rond Calvijn in de loop van de afgelopen vijf eeuwen.
De Amerikaanse Calvin Studies Society belegde vorige week in South Bend (Indiana, VS) zijn tweejaarlijkse colloquium. Vandaag het tweede verslag.