Het gaat om Bagaragaza, die in een VN-cel in Scheveningen in voorarrest zit. Hij was tijdens de volkerenmoord in 1994 in Rwanda een van de leiders van de MRND. Deze partij had een militie opgericht die betrokken was bij de moord op zeker 800.000 Tutsi’s en gematigde Hutu’s.Het Rwandatribunaal moet net als het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag op termijn sluiten. Daarom beginnen beide VN-tribunalen verdachten ’over te hevelen’ naar nationale rechters. Het is nu de eerste keer dat het tribunaal in Arusha dat doet.

Advocaat Geert-Jan Knoops van de verdachte bevestigde gisteren de overdracht van de zaak. De verdachte is op grond van het genocideverdrag aan Nederland overgedragen. Toch trekt Knoops in twijfel of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft over het ten laste gelegde, namelijk ondersteunende handelingen voor genocide. Knoops zal de bevoegdheid van de Nederlandse rechter dan ook aanvechten, zei hij in een reactie.

Knoops wees er verder op dat Nederland nog niet veel ervaring heeft met dit soort zaken. „Dat is wel mijn zorg. Het betreft een complex leerstuk op een deelgebied van het internationaal strafrecht. De toekomst zal dan ook moeten leren hoe het gaat.” Als de Nederlandse rechter zich toch niet bevoegd acht of als het Rwandatribunaal vindt dat Bagaragaza geen eerlijk proces krijgt, kan de zaak worden terugverwezen naar Arusha.