Simplificaties
Oud-VVD-leider Wiegel is een beste man. Maar een beetje gemakzuchtig is hij wel. Wie zich laat meeslepen door zijn persoonlijkheid, kan gemakkelijk het idee krijgen dat de wereld simpel en overzichtelijk in elkaar zit.
Niet te moeilijk doen over dit, niet te moeilijk doen over dat. Problemen moeten ”gewoon” zus of ”gewoon” zo worden aangepakt. De liberale doctrine is de meest heilzame voor de samenleving. En alles staat of valt met goed leiderschap.Niet uitgesproken, maar wel degelijk op de achtergrond aanwezige gedachte: dat goede leiderschap vind je onder meer bij mij, Hans Wiegel.
Ook donderdag kwam de oud-VVD-leider weer met zo’n, bij nadere beschouwing wat gemakkelijk aandoend, verhaal. Bij de presentatie van een door twee Parooljournalisten geschreven boek over de VVD, wist hij ’feilloos’ de zwakke plek in zijn eigen partij te benoemen: de liberalen missen de laatste jaren een leider en slepen zich daarom van crisis naar crisis.
Aan het programma of de beginselen van de partij ligt het niet, aldus Wiegel, want die zijn door de jaren heen niet veranderd. Simpel toch?
In werkelijkheid ligt het allemaal een stuk gecompliceerder. Inderdaad is het gebrek aan leiderschap een belangrijke factor in de neergang van de VVD. Sinds Bolkestein kent de partij geen aansprekende voorman meer die de touwtjes stevig in handen heeft en die weet waar hij naartoe wil. Dijkstal, Zalm, Van Aartsen: geen van hen was een werkelijk inspirerende, samenbindende figuur. De nog steeds niet beëindigde rivaliteit tussen Rutte en Verdonk maakt dat de VVD zich ook vandaag de dag nog op een besneeuwde, spekgladde helling bevindt.
Maar dat is -en hier schiet de analyse van Wiegel schromelijk tekort- niet het enige wat telt. Wie het politieke slagveld van de laatste jaren overziet, merkt dat de kiezers in groten getale op drift zijn geraakt. Het ene jaar schieten ze naar links, het ander jaar naar rechts. Goed leiderschap kan daar slechts in beperkte mate invloed op uitoefenen. We leven niet meer in de tamelijk overzichtelijke jaren zeventig, waarin Wiegel zijn legendarische gevechten leverde met Den Uyl.
Wat we bij de recente Kamerverkiezingen zagen gebeuren, is een proces van middelpuntvliedende krachten. Kiezers trekken weg bij de grote partijen en sluiten zich aan bij kleine of voormalige kleine partijen. De PvdA verloor aan de SP, het CDA verloor aan de ChristenUnie, de VVD verloor aan Wilders. Ook dat proces heeft wel iets met zwak of sterk leiderschap te maken, maar kan niet uitsluitend daaruit verklaard worden.
Daarbij komt dat onze samenleving in hoge mate ambivalent is over leiderschap. Enerzijds valt er een roep te beluisteren om sterke mannen. Anderzijds leefden mensen nooit eerder zo sterk vanuit de geest van de Franse Revolutie als vandaag. Ni Dieu, ni maître. Wie laat zich tegenwoordig nog gezeggen door een boven hem geplaatste autoriteit?
Het zou Wiegel sieren als hij ook dat soort moeilijker thema’s in zijn toespraken zou verweven. Hij zou dan bij velen aan gezag kunnen winnen. Alhoewel? Misschien zijn er wel evenzovelen die zich liever laven aan de simplificaties die ze van hem gewend zijn.