Buitenland

Afghanistan ligt nog bezaaid met mijnen

KABUL - Het gebeurde drie jaar geleden, zegt de 11-jarige Massud. Hij was in de buurt van zijn huis aan het vliegeren. „Toen ik op de top van een heuvel kwam, ontplofte er plotseling een bom.” De schoolkinderen in de moskee in Kabul luisteren geschokt toe.

Alisa Tang (AP)
13 April 2007 09:42Gewijzigd op 14 November 2020 04:41

Massud was op een landmijn gestapt en verloor zijn linkerbeen tot boven zijn knie. „Niemand durfde bij me in de buurt te komen, omdat ze bang waren dat er nog een mijn zou ontploffen. Toen ben ik uit het mijnenveld gekropen.”Als gevolg van 25 jaar oorlog liggen er in Afghanistan miljoenen landmijnen en andere explosieven. In gebieden in het zuiden waar de taliban een guerrilla tegen de NAVO-troepen uitvechten worden nog steeds landmijnen geplaatst.

Er is ook goed nieuws. Dankzij initiatieven van organisaties zoals de niet-gouvernementele OMAR is het aantal ongelukken recentelijk scherp gedaald. OMAR heeft Massud ingehuurd om zijn verhaal te doen. Het publiek, een groep schooljongens van zijn leeftijd, staart hem met open mond aan. Grote schooljongensogen kijken Massud in de ogen, dan naar zijn kunstbeen, dan weer naar zijn gezicht. Ze zijn onder de indruk. Misschien worden ze wel voorzichtiger.

Massud is een van de bijna 800 mensen die jaarlijks in Afghanistan verminkt raken of overlijden als gevolg van het ontploffen van landmijnen of andere explosieven. Vijf jaar geleden, na de val van de taliban, waren dat er nog ruim twee keer zo veel. De Verenigde Staten verjoegen de islamistische organisatie, omdat ze onderdak bood aan Osama bin Laden.

Campagnes van organisaties zoals OMAR werken met name zo goed omdat er rekening wordt gehouden met de gevoeligheden van de conservatieve islam. Educatie over de gevaren van onontplofte explosieven is een cultureel mijnenveld. „Sommige mensen maken bezwaren als ze meisjes in ons voorlichtingsmateriaal zien”, zegt Susan Helseth. Zij adviseert het Mijnen Actie Centrum van de Verenigde Naties; het centrum coördineert weer de ontwikkeling van voorlichtingsmateriaal voor Afghanistan.

De hulporganisatie AAR-Japan moest een brochure herzien waarop een foto stond van een meisje en een jongen in een leslokaal. Een Afghaanse commissie wees erop dat jongens en meisjes van die leeftijd gescheiden moeten leven. De voorlichtingsvideo die AAR-Japan heeft ontwikkeld, worden niet in het zuiden vertoond omdat conservatieve moslims bezwaren hebben tegen films.

AAR-Japan beseft bovendien dat de actrice in de video, Marina Golbahari, woede kan opwekken in talibanbolwerken vanwege haar rol in de film ”Osama”. Die film schilderde sommige taliban af als vrouwenhatende pedofielen.

De communicatiefirma Sayara gebruikt ook voorlichtingsfilms, maar er spelen geen vrouwen in. Film is een goede manier om de Afghanen voor te lichten, zegt directeur Antoine Heudre. Zo’n 86 procent van de vrouwen en 56 procent van de mannen in Afghanistan kan niet lezen. Eenvoudige tekens, aangebracht op rotsen, huizen en bergwanden, maken Afghanen bewust van de gevaren. Wit betekent dat het gebied ontmijnd is. Rood betekent: Let op!

De VN zijn sinds 1989 bezig om de landmijnen in Afghanistan op te ruimen. Tot nu toe is al zo’n 300 miljoen dollar aan opruimwerkzaamheden uitgegeven. Meer dan 60 procent van het gebied waar sinds de Russische invasie van 1979 landmijnen zijn geplaatst, is weer vrijgegeven. Maar ruim 4 miljoen Afghanen wonen volgens de VN momenteel nog in gebieden waar landmijnen liggen.

Meer ongelukken zijn onvermijdelijk. Over tientallen jaren zijn misschien alle landmijnen verwijderd. Als het geweld in het zuiden van Afghanistan tenminste spoedig ophoudt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer