Snouck Hurgronje: moslim onder de moslims
LEIDEN - De Leidse geleerde Christiaan Snouck Hurgronje reisde in 1884 naar Mekka om daar de islamitische cultuur te bestuderen. Hij bekeerde zich tot de islam en kreeg toegang tot de heilige stad - normaal streng verboden terrein voor niet-moslims. Wat hij er ontdekte? De islam is, anders dan het christendom, vooral een systeem van regels.
Snouck Hurgronje (1857-1936) geldt als een van de grootste Nederlandse islamologen en grondlegger van de wetenschappelijke bestudering van het islamitisch recht. Anderhalve eeuw geleden kwam hij ter wereld, in het Brabantse Oosterhout, als zoon van een voormalige hervormde predikant.Snouck Hurgronje wordt dit voorjaar uitgebreid herdacht. Museum Volkenkunde in Leiden exposeert 156 voorwerpen die Snouck Hurgronje tijdens zijn reis in Arabië verzamelde om de cultuur van de islam beter te leren kennen. Alledaagse voorwerpen, zoals vegers, manden, kopjes, schalen, waterpijpen, kleding en schoeisel.
Niet alleen een reis naar Mekka, ook het bijeenbrengen van een collectie gebruiksvoorwerpen was een opmerkelijke stap voor een negentiende-eeuwse geleerde. Onder wetenschappers heerste de opvatting dat ze de islam het beste konden bestuderen vanuit de boeken. Snouck Hurgronje ging duidelijk een stap verder dan zijn collega’s: hij maakte, als eerste Europeaan, foto’s van de stad en legde daarnaast een collectie muziekinstrumenten aan. De Nederlandse consul verzocht hij geluidsopnamen te maken van karakteristieke muziek, koranrecitaties en straatgeluiden.
Reisverslag
Snouck Hurgronje publiceerde -in het Duits- zijn ervaringen in een driedelige reisverslag, ”Mekka”. In het boek, dat onlangs voor het eerst in Nederlandse vertaling verscheen (uitgeverij Atlas), passeren allerlei facetten van de Mekkaanse maatschappij de revue: het openbare leven, het familieleven, de wetenschap en de Djawa, de Aziaten die in Mekka woonden.
Theoloog Herman Bavinck, die intensief met de vrijzinnige Snouck Hurgronje correspondeerde, was enthousiast over het verslag. In 1889 schreef hij dat hij was getroffen door de „gemakkelijkheid” waarmee zijn vriend „die Mekkaansche toestanden” beschreef en zich „in de ziel en den geest dier mohammedanen” kon verplaatsen. „Onder de beschrijving van die eerst zoo vreemd lijkende zeden en gewoonten laat gij menschen voor ons optreden, van gelijke bewegingen als wij.”
Snouck Hurgronje had inmiddels Mekka verlaten, met achterlating van zijn vrouw. Eenmaal terug in Nederland benoemde de Nederlandse regering hem vanwege zijn kennis van de islam tot adviseur in het roerige Atjeh in Nederlands-Indië. Hij adviseerde generaal Van Heutz, die de opstand moest onderdrukken, hoge islamitische geestelijken uit het bestuur te weren. De islam in de privésfeer moest men met rust laten, vond hij, maar de politieke variant niet.
Islam als praktische godsdienst
Christiaan Snouck Hurgronje reisde in 1884 naar Mekka om daar de islamitische cultuur te bestuderen. De islam is vooral een praktische godsdienst, constateerde hij in zijn reisverslag.
„Slechts zelden geeft de Koran antwoord op zuiver theoretische vragen, en dan hebben die meestal een praktische achtergrond. Het was natuurlijk niet alleen Muhammads voorzichtigheid die leidde tot deze beperking. Ook zijn meest gelovige aanhangers waren geen theoretici, en hun hele leven bleef ondanks de geweldige door de islam veroorzaakte omwenteling zo stevig geworteld in Arabische bodem dat zij de traditionele ideeën en gewoonten zeker niet uit louter liefhebberij aan kritiek van de nieuwe leer onderwierpen. Hoe dan ook, voor de moslims was iedere serieuze kwestie een religieuze kwestie, die dus alleen door Allahs woord, en dan door Muhammads opheldering, op te lossen was.”
De tentoonstelling ”Snouck Hurgronje, verzamelaar in Mekka, 1885” is tot 30 december te zien in Museum Volkenkunde te Leiden. Meer informatie: 071-5168800 en www.volkenkunde.nl.