Economie

Hamburgers, iPods en valutakoersen

Naast de befaamde Big Mac Index van The Economist verscheen recent de iPod Index. Een internationale prijsvergelijking van hamburgers en muziekspelers biedt interessante informatie over mogelijke bewegingen van valuta. De indices zeggen echter niet alles.

Marcel ten Broeke
6 April 2007 21:50Gewijzigd op 14 November 2020 04:40

Ruim twintig jaar geleden lanceerde het Britse weekblad The Economist de zogeheten Big Mac Index, bedoeld om wisselkoersverschillen op een lichtvoetige wijze inzichtelijk te maken.Eigenlijk was de publicatie één grote grap, maar opmerkelijk genoeg groeide de ’hamburgerindex’ (die tweemaal per jaar verschijnt) uit tot een veelgebruikt instrument om wisselkoersverschillen tussen verschillende landen te duiden en mogelijke veranderingen te voorspellen.

De Big Mac Index is gebaseerd op een oude theorie van internationale handel, die van de koopkrachtpariteit. Deze zegt dat de wisselkoers tussen twee munten op de lange termijn tendeert naar een niveau waarbij gelijke goederen hetzelfde kosten in verschillende munteenheden.

Waar economen bij het vergelijken van nationale prijsniveaus doorgaans gebruikmaken van mandjes met diverse producten, besloot het weekblad in 1986 om slechts één referentieproduct te kiezen: de Big Mac van McDonald’s.

Een gouden greep: de beroemde hamburger is verkrijgbaar in meer dan 120 landen en is nagenoeg overal gelijk samengesteld: een driedelig broodje, twee hompen rundvlees plus de nodige toebehoren.

Volgens de theorie van de koopkrachtpariteit moet een Big Mac, op de langere termijn -gecorrigeerd voor wisselkoersverschillen- in principe overal hetzelfde kosten. Een prijsverschil zou er in dit verband op duiden dat een bepaalde munt is onder- of overgewaardeerd.

Volgens de meest recente versie van de index (die van februari 2007) kost een Big Mac in China 11 yuan. Omgerekend in dollars is dat 1,41 dollar. In de VS moet er voor eenzelfde broodje maar liefst 3,22 dollar worden neergeteld, wat neerkomt op een prijsverschil van 56 procent.

Strikt genomen is volgens de koopkrachtpariteitstheorie de yuan dus 56 procent ondergewaardeerd ten opzichte van de dollar en zal op de lange termijn de yuan flink in waarde moeten stijgen vergeleken met de Amerikaanse munteenheid.

Dit spoort volledig met de huidige kritiek van de VS op de autoriteiten in Peking. China zou de yuan kunstmatig laag houden om zo eigen producten goedkoop aan het buitenland te kunnen verkopen. Een oneerlijk concurrentievoordeel, zo oordelen de Amerikanen.

Naar analogie van de Big Mac Index lanceerde de Australische Commonwealth Bank recent een zogeheten iPod Index, meldde de krant Sydney Morning Herald. Deze index vergelijkt prijzen van de populaire muziekspeler in een aantal landen en poogt zo, net als de hamburgerindex, wisselkoerswijzigingen te voorspellen.

Volgens de Commonwealth Bank is de nieuwe index een zuiverder schatter dan de hamburgerindex omdat iPods, in tegenstelling tot hamburgers, door de opkomst van internet eenvoudig internationaal verhandelbaar zijn. Door de ontstane mondiale prijstransparantie zou de muziekspeler hierdoor op termijn overal ongeveer hetzelfde moeten kosten.

Toch lijkt de iPod Index vooralsnog wat minder voorspellingskracht te bezitten dan zijn oudere broertje. Afgeleid van het prijsverschil van de muziekspeler in beide landen zou de Chinese yuan zo’n 20 procent zijn overgewaardeerd vergeleken met de dollar. Een wat vreemde constatering en hoogstwaarschijnlijk schokkend voor Amerikaanse beleidsmakers. Op een verdere daling van de yuan zitten ze daar nu niet bepaald te wachten.

Critici van de iPod Index menen dat de prijs van de muziekspeler niet het lokale prijsniveau weerspiegelt. Dit komt omdat iPods voornamelijk in China worden geproduceerd, terwijl de Big Mac altijd lokaal wordt bereid en verkocht.

Daarmee is echter nog niet gezegd dat het verstandig is om investeringsbeslissingen geheel af te stemmen op een hamburger. Zo wordt de zeggingskracht van de index onder meer verstoord door bijvoorbeeld verschillen in lokale belastingen, arbeidskosten, huurniveaus en niet te vergeten: prijsdiscriminatie.

Desondanks had de Big Mac Index het in het verleden regelmatig bij het juiste eind. Zowel beleidsmakers als economen raadplegen de hamburgerindex daarom regelmatig. De voorspellende waarde van de hamburgerstatistiek werd ooit zelfs wetenschappelijk bewezen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer