Puttenaar zette man op „vervloektenlijst”
ZUTPHEN - Een 42-jarige man uit Putten heeft in 2005 een vriend op een „vervloektenlijst” gezet, bleek dinsdag tijdens de rechtszaak tegen de man. De doodsbedreigingen die de man uitte, waren gebaseerd op het satanisme. Tegen hem werd een voorwaardelijke celstraf geëist.
De 42-jarige R. S. had in de jaren negentig te maken met het satanisme, zei hij dinsdag. Inmiddels zei hij te weten dat het satanisme „niet de juiste weg is” en heeft hij zijn excuses aan de slachtoffers aangeboden. De man is onder psychiatrische behandeling en hoeft wat de officier van justitie betreft niet meer de cel in. Bovenop de 77 dagen voorarrest zou alleen nog een voorwaardelijke celstraf van 70 dagen moeten komen. Verder moet de man tijdens de proeftijd van drie jaar een behandeling ondergaan.S. voelde zich in 2005 tekortgedaan door een vriend die tot een evangelische gemeente behoort. Die was hem nazorg schuldig, vond S. De vriend had de verdachte eerder begeleid nadat S. in 1996 had geprobeerd een duivel uit te drijven bij een vrouw.
De vriend kreeg via e-mails, brieven en cd-roms te horen dat hij op de doden- en vervloektenlijst was gezet. Maar niet alleen de man zelf, ook zijn dochter zou gestraft worden. „Ik zal ziekte, opstand van kinderen, demonen, ruzie en dood in uw midden brengen”, schreef S. Hij ondertekende zijn geschriften met ”Hogepriester Prince of Darkness 666”. Behalve zijn vriend bedreigde de Puttenaar ook een politieman die hem verhoorde.
De bedreigingen kwamen aan het licht tijdens het heropende onderzoek naar de verdwijning van Maria van de Zanden in 1994, een pleegzus van S. Deze verdwijning is tot nu toe niet opgelost. Bij de Puttenaar kwam toen alles weer naar boven. „Ik had continu een gevoel van verlaten worden, door wie dan ook”, zei hij tegen de rechtbank.
Volgens gedragsdeskundigen lijdt S. aan een gebrekkige ontwikkeling en een ziekelijke stoornis van de geestvermogens en is hij licht verminderd toerekeningsvatbaar. Zonder behandeling is er kans op herhaling, zeggen de deskundigen.
Advocaat mr. Stam vond dat de „satanische retoriek” van zijn cliënt misschien een vervloeking inhield, „maar dat is nog geen concrete bedreiging.” Volgens hem moet S. dan ook voor het grootste deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
De rechtbank wijst vonnis op 17 april.