Het was de eerste openbare verklaring van Al-Sadr sinds hij twee weken geleden zijn aanhangers opriep geen geweld te gebruiken bij hun verzet tegen de Amerikaanse soldaten. De Verenigde Staten en Iraakse functionarissen zeggen dat Al-Sadr zich in Iran bevindt, maar zijn medewerkers claimen dat hij in Irak is. Het Mahdi Leger van Al-Sadr streed in 2004 tegen het Amerikaanse leger, maar verzet zich momenteel niet tegen het Amerikaanse offensief in Bagdad.In zijn verklaring, die werd voorgelezen in de moskee in de stad Kufa waar Al-Sadr vaak de gebedsdienst leidde, gaf Al-Sadr het Amerikaanse leger de schuld van het geweld in Irak, van het gebrek aan basisvoorzieningen zoals water, brandstof en elektriciteit, en van het sektarische geweld tussen soennieten en sjiieten. ‘Het vertrek van de bezetter zal stabiliteit betekenen voor Irak, een zege voor de islam, vrede en een nederlaag voor terrorisme en ongelovigen.’

De sadristische beweging, die opkomt voor arme sjiieten, ontpopte zich in 2003 tot een belangrijke machtsfactor in Irak. Na de gewapende strijd tegen het Amerikaanse leger in 2004 nam de beweging deel aan het politieke proces. Aanhangers van Al-Sadr bezetten dertig van de 275 zetels in het parlement en zes kabinetsposten zijn in handen van sadristen.