Meer vraag naar DNA-onderzoek
DEN HAAG - Het aantal DNA-onderzoeken is vorig jaar fors gestegen.
Dat blijkt uit het eerste jaarverslag van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) dat vanmorgen in Den Haag werd gepresenteerd.Het NFI onderzoekt en bewaart het DNA-profiel van zowel daders als slachtoffers van een misdrijf, maar ook van bijvoorbeeld vermiste personen. Het instituut werd opgericht na de invoering van de DNA-wetgeving in 1994, aanvankelijk vooral om het genetisch profiel van veroordeelden op te slaan in een databank.
Het NFI was berekend op de verwerking van het DNA-profiel van 8600 veroordeelden per jaar. Het werkelijke aantal lag vorig jaar veel hoger.
Geruchtmakende zaken in het afgelopen jaar waren het sporenonderzoek op het lichaam van de overleden Servische dictator Milosevic, van de vermoorde milieuactivist Louis Sévèke en van de in Hoogerheide op school om het leven gebrachte Jesse. Ook maakte het NFI een reconstructie van het vermoorde Maasmeisje en deed het opnieuw uitgebreid onderzoek in de Deventer moordzaak in verband met de vraag of deze zaak moet worden heropend.
Om de betrouwbaarheid van het DNA-onderzoek te waarborgen, wordt elke NFI-onderzoeker ’geschaduwd’ door een collega. Niettemin werd vorig jaar twee keer DNA-materiaal van twee verschillende monsters per ongeluk met elkaar vermengd. Dit leidde echter niet tot een onterechte veroordeling of tot vrijspraak van de verdachte, aldus het jaarverslag.