„Vrouw wil weten wat man aan de waterkant doet”
ROTTERDAM (ANP) - De populariteit van de hengelsport in Nederland blijft groeien. De afgelopen tien jaar is het aantal hengelaars met 50 procent toegenomen. Die groei zit vooral in het grotere aandeel vrouwen en jongeren die hun hengel uitwerpen.
„Vissen is steeds meer een family thing”, aldus Onno Terlouw, zegsman van Sportvisserij Nederland, gisteren op de openingsdag van de Visma in de Rotterdamse Ahoy.In Nederland zijn ruim 2 miljoen vissers. Onder hen zijn inmiddels 250.000 vrouwen en 460.000 jongeren onder de 18 jaar. Voor deze doelgroepen is op de grootste hengelsportbeurs van Europa van alles te beleven.
De jongste vissers leren vistuigjes maken en ervaren met de zogenoemde drillsimulators hoe het is om een enorme karper te vangen. Voor de allerkleinsten zijn vijvertjes waar ze met een hengel plastic visjes kunnen vangen.
„Vrouwen willen nu ook wel eens weten wat hun man aan de waterkant doet. Eerst gaan ze mee en vervolgens doen ze ook gewoon mee”, aldus Terlouw. De komst van de vrouwen zorgt ook voor een nieuwe kledinglijn. „Het is tegenwoordig niet allemaal meer in het groen.”
Een andere trend die Sportvisserij Nederland ziet is de populariteit van het zeevissen. Er zijn 200.000 vissers die alleen op zee de hengel uitgooien. Volgens Terlouw zijn er steeds meer binnenwaterhengelaars die beide doen „De stap naar zee is steeds kleiner.”
De beurs pleziert niet alleen de huidige hengelaars met de nieuwste snufjes, technieken, hengels, boten en hengelkleding. Ook de hengelaar in spe die twijfelt tussen het gewone hengelen en vliegvissen kan zijn hart ophalen. Op de zogenoemde castingbanen geven gediplomeerde vliegvisdocenten les aan aspirant-vliegvissers.
Bas de Bruin, instructeur van de European Fly Fish Association, legt uit hoe de hengel zo snel mogelijk naar achter moeten worden gehaald en met een zelfde snelheid weer naar voren. „De toppers kunnen hun vliegvis iedere keer op exact dezelfde plek krijgen”, zegt hij.
Voor het vliegvissen zijn vliegen nodig. Jan Reiniers is een van de bekendste vliegbinders in de wereld. Voor een kleine vlieg heeft hij een kwartiertje nodig. Van zijn hand komt onder meer de palingvlieg, gemaakt van palinghuid. Voor zijn neus ligt een bonte verzameling vliegen. Zo ook de droge vliegen voor het mooiste onderdeel van het vliegvissen volgens Reiniers. „Dat zijn de vliegen die op het water blijven liggen. Het is zo mooi om de vis naar de vlieg te zien stijgen.”
Het materiaal voor de vliegen haalt hij bij de poelier of bij de hengelsportwinkels. „We gebruiken hanenvel, vossenstaart, schapenhaar en palinghuid.”