Wouter Bos is als leider niet best
Naar aanleiding van de vorige week op tv uitgezonden ”Wouter Tapes” gaat René ten Bos na wat er misging met Wouter Bos, de PvdA-leider die premier wilde worden maar het niet werd.
Wouter Bos is als leider niet best. Hij maakt een aantal klassieke fouten. De eerste is dat hij voortdurend zegt naar de burger te willen luisteren, terwijl de echte leider moet willen dat de burger naar hém luistert. Door steeds over de stem van de burger te praten, ondermijnen politici in het algemeen hun gezag.Een andere klassieke fout is zijn chagrijn. Tijdens de campagne bij de laatste parlementsverkiezingen was dat heel goed te merken. In zijn reactie op de aanvallen van het CDA, dat had besloten op de persoon te gaan spelen, reageerde Bos gekwetst. Dat is precies wat je als leider niet behoort te doen. Iemand die zijn autoriteit wil behouden, moet nooit gekwetst reageren.
Ontevreden of gekwetst zijn is een gevaar voor mensen in het linkse deel van het politieke spectrum. Zij willen iets anders met de wereld en zijn dus per definitie tot op zekere hoogte ontevreden met wat er is. Marx wist al dat je revolutie maakt met een glimlach. Iemand als Jan Marijnissen heeft die les veel beter begrepen. Ondanks zijn veel radicalere agenda, spreekt hij veel meer tot de verbeelding van de burgers. De sociaaldemocraten hebben een patent op het naar voren schuiven van chagrijnige leiders.
Centraal in mijn analyse van leiderschap is de verhouding tussen de leider en zijn volgers. Een goede leider verdraagt kritische volgers, niet volgers van wie hij verwacht dat ze hem op handen blijven dragen. Maar waar in de PvdA blijft de kritische discussie? Er is veel te weinig onrust en Bos slaagt er niet in die cultuur van consensus te doorbreken. Iedereen hoort het met elkaar eens te zijn. Ik kan bijvoorbeeld niet goed begrijpen waarom ze het onderzoek naar de Nederlandse participatie in de Irakoorlog hebben opgeofferd. Ik betreur het dat de drijfveer om de onderste steen boven te halen is geofferd aan de goede verstandhouding met de nieuwe coalitiepartners. Ook dit lijkt de geloofwaardigheid van het sociaaldemocratisch leiderschap niet ten goede te komen.
Normloos
Een van de karakteristieken van de leider is zijn dwarse verhouding met regels. Een leider moet iets normloos hebben, hij is iemand die regels en normen doorbreekt. Dat zie je Bos niet zo snel doen. In sommige opzichten is hij als leider te correct. Dat pleit misschien voor hem als mens, maar het levert je niet meteen gezag op.
Een bekende intuïtie rondom dit thema is dat leiders iets moeten hebben meegemaakt: een persoonlijk drama, een revolutionaire omwenteling, een ernstige crisis. Bij Bos vraag je je af wat er in zijn leven eigenlijk is gebeurd. Tot aan de laatste parlementsverkiezingen lijkt zijn leven vrij rimpelloos te zijn verlopen. Alles is hem in zekere zin te gemakkelijk afgegaan. Hij is de ideale schoonzoon, niet het beeld dat ik me voorstel bij een leider. Misschien dat de eerste grote zeperd in zijn leven, de toch wel grote blamage bij de laatste parlementsverkiezingen, het zaad van leiderschap in hem zaait. Maar ik ben daar niet zo optimistisch over.
De auteur is filosoof en organisatiedeskundige en schreef publicaties over strategie, ethiek, bestuur en politiek. Als hoogleraar filosofie in verband met de bedrijfswetenschappen is hij verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.