„Oezbeken mogen geen Bijbels hebben”
Het gerenommeerde Keston Instituut in Oxford spreekt het vermoeden uit dat Oezbeken geen Bijbel in hun bezit mogen hebben.
Het Britse instituut kwam erachter dat politieagenten op 9 augustus een flat hebben doorzocht in de stad Khodzhali, aan de rand van Nukus (de hoofdstad van de republiek Karakalpakstan, in Noordwest-Oezbekistan). Dertien protestanten waren daar samengekomen. De agenten namen religieuze literatuur mee, waaronder een Bijbel, zonder een bevel tot huiszoeking te tonen. Ze gaven de aanwezigen te verstaan dat het Oezbeken niet is toegestaan een Bijbel in hun bezit te hebben. Vervolgens noteerden ze hun namen.
Op 13 augustus werden de protestanten naar de rechtbank in Khodzhali gebracht, waar ze een boete kregen opgelegd van 5 à 10 procent van het minimumloon. Dit gebeurde op basis van artikel 240 van de administratieve code.
Tegenover Keston verklaarde Dzhurabek Ametov, politiechef in Khodzhali, dat de acties wettig zijn. „Vergaderingen van ongeregistreerde religieuze verenigingen zijn verboden.” Ametov ontkende dat de agenten hadden gezegd dat burgers van Oezbekistan geen Bijbel mogen hebben. Wel gaf hij toe dat ze godsdienstige lectuur hadden meegenomen. „Maar ik geloof niet dat daar een Bijbel bij was.”
Shoazim Minovarov, voorzitter van het Oezbeekse Comité voor Religieuze Zaken, stelt dat „als er werkelijk een Bijbel is meegenomen bij de protestanten, zij een verzoek kunnen indienen bij het Comité voor Religieuze Zaken. Ze krijgen hun Bijbel dan teruggestuurd.”