Limburgse dorpelingen ambivalent over geloof
AMSTERDAM (ANP) - De inwoners van dorpen in het zuiden van Limburg staan ambivalent tegenover de Rooms-Katholieke Kerk. Enerzijds vinden zij de kerk belangrijk om bijvoorbeeld de band met het verleden te behouden, anderzijds moet de kerk zich niet bemoeien met de manier waarop zij leven.
Dat blijkt uit het proefschrift ”Geloof in het vertrouwde”, waarop godsdienstantropologe Kim Knibbe donderdag promoveert aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Knibbe, zelf uit Limburg afkomstig, onderzocht de rol van het geloof in dorpen in Zuid-Limburg. Zij sprak met veel inwoners, nam deel aan cursussen over het geloof die in een pastoraal centrum werden gegeven en had contact met verenigingen voor alternatieve spirituele praktijken. Volgens Knibbe zijn er genoeg cijfers over kerk en religie, maar is er nauwelijks onderzoek gedaan naar de manier waarop mensen het rooms-katholieke geloof beleven.In de dorpen noemt bijna iedereen zich rooms-katholiek, maar velen houden zich niet meer heel actief met het geloof bezig. De rol van de kerk is vooral sociaal: ze maakt een wezenlijk onderdeel uit van het dorpsleven, dat de mensen erg belangrijk vinden. De pastoor als vertegenwoordiger van de kerk wordt met dezelfde tweeslachtige gevoelens bejegend.
Vooral bij zogeheten ”rites de passage” (doop, eerste communie, huwelijk en sterven) speelt de kerk een belangrijke rol. Dat geldt voor zowel ouderen als jongeren. „In de manier waarop deze generaties over de kerk praten, komt het woordje ”toch” heel veel voor”, schrijft Knibbe. „Ondanks een brede waaier aan bezwaren die zouden kunnen worden aangevoerd, laten zij kinderen ”toch” dopen en ”toch” de eerste communie doen.”